Grand Prix Oostenrijk retro: terug naar 1987

Kijk je in de F1-statistieken naar de uitslag van de Grand Prix van Oostenrijk editie 1987, dan valt de eclatante dubbelzege van Williams-Honda meteen op. Winnaar Nigel Mansell geeft zijn teamgenoot en latere wereldkampioen Nelson Piquet dik klop. De voorsprong aan de meet bedraagt liefst 55 tellen. De kleine, kalende Italiaan Teo Fabi finisht in zijn Benetton-Ford als derde, op een volle ronde achterstand. Maar wat er aan vooraf gaat is nog veel opvallender, maar laat zich in de statistieken niet uitlezen. De race heeft namelijk drie starts nodig. Terug naar zondag 16 augustus 1987.
Even een situatieschets van de Formule 1 van 32 jaar geleden in een notendop. We bevinden ons aan het einde van het turbotijdperk, dat in 1977 zijn aanvang nam met de komst van Renault. Het Franse merk is er in ’87 al niet meer bij. De vuurspuwende en vervaarlijk fluitende 1,5 liters van Honda, Ferrari, Ford, BMW en Porsche (TAG) spuien in de kwalificatie meer dan 1.000 pk uit. De Williams-Honda’s van Mansell en Piquet domineren het veld, al kunnen coming man Ayrton Senna (Lotus-Honda) en regerend wereldkampoen Alain Post (McLaren-TAG Porsche) een enkele keer in het strijdgewoel om de kop meedoen, evenals de jonge beloftes bij Ferrari, Gerhard Berger en Michele Alboreto.
Rapper dan Silverstone
De gastheer van de Oostenrijkse GP, de Oesterreichring, ook bekend als Zeltweg, is in niets te vergelijken met het huidige start/stop baantje op dezelfde locatie in de regio Spielberg, dat naar de sponsornaam Red Bull Ring luistert. Het bijna zes kilometer lange circuit dat in 1970 voor het eerst op de kalender prijkte, behoort in de jaren zeventig en tachtig tot de snelste tracks ter wereld. Ter illustratie: Piquet vliegt zaterdag 15 augustus 1987 naar pole-position met een gemiddelde snelheid van 256,621 km/h en daarmee is Zeltweg zelfs nipt rapper dan Silverstone. De enige vertraging van importantie zit ‘m kort na de start in een chicane, een ietwat laffe slinger die in 1976 is aangelegd naar aanleiding van de dodelijke crash van de Amerikaan Mark Donohue in het jaar ervoor. Voor de rest kenmerkt het circuit zich door razendsnelle, doordraaiende bochten in het Oostenrijkse berglandschap, omgeven door gras-, mais- en korenvelden.
Zwak punt van de Oesterreichring is het smalle rechte stuk. Als in 1982 de beide Alfa Romeo’s van Andrea de Cesaris en Bruno Giacomelli bij de start tegen elkaar aan klappen, is het een regelrecht wonder dat het hele startveld van 26 bolides (minus de Italianen) zonder kleerscheuren door de eerste ronde komt. In de editie van 1987 lukt dat van geen kant. Twee keer zelfs gaat het faliekant mis. Het uiteindelijke resultaat: twaalf vernielde bolides, waaronder twee Tyrrells en anderhalve Zakspeed.
Bij de eerste start breekt de Zakspeed van Martin Brundle (de huidige Britse F1-verslaggever) uit en komt slingerend terug op de baan, waarmee hij een kettingreactie uitlokt. Brundles auto ‘prima gestart, een vrije baan voor me, happy op weg naar de chicane’ breekt ‘zonder waarschuwing’ plotseling midden in het peloton scherp naar links uit. ‘Ik denk dat op de hobbel in het asfalt links achter de ophanging gebroken is, de dwarsarm’, zegt Brundle naderhand tegen de Oostenrijkse tv-commentator Heinz Pruller. De auto ketst tegen de vangrail en richt in het veld een chaos aan. Het achterveld gaat fors in de remmen. Jonathan Palmer spint met zijn Tyrrell, teamgenoot Philippe Streiff klapt er vol bovenop. Daarachter caramboleren René Arnoux, Piercarlo Ghinzani en Philippe Alliot. Het is, simpelweg, een zootje.
Dertig minuten later, na haastige reparaties, gebeurt het tweede mega-startongeluk, nu veroorzaakt door Mansell. De koppelingen, zwaar belast bij de eerste start, zijn nog heet en slippen. Berger kan met moeite de tweede versnelling erin wringen, maar Mansell – gestart vanaf de eerste startrij – blijft steken in het eerste verzet. Hij wordt steeds langzamer en wordt door het snel dichterbij komende deelnemersveld opgeslokt. De beide Brabhams ontwijken de onfortuinlijke Brit, links De Cesaris, rechts Riccardo Patrese, maar daar is Stefan Johansson al met zijn McLaren en Eddie Cheever klapt er met zijn Arrows vol in. ‘Sorry, ik heb niet gezien dat je wilde uitwijken’, prevelt de schuldbewuste Amerikaan naderhand. Daarmee staan er drie wagens rechts tegen de pitmuur. Daarachter rijdt de Duitser Christian Danner met zijn Zakspeed. ‘Ik zie dat er iets niet klopt. Alles gaat mis, dus ik trap vol op de rem.’ Geen moment te vroeg: ‘Alex Caffi klapt voor mij tegen de muur, ik bleef met mijn rechter voorwiel haken.’ Maar 150 meter naar voren zijn Adrian Campos, Pascal Fabre, Ivan Capelli, weer Brundle en opnieuw de twee Tyrrells van Palmer en Streiff in elkaar gevlochten. Mansell blijft ongedeerd. ‘We blijven starten tot het donker is, of tot we geen wagen meer over hebben!’ Cynisch en verbijsterd staart Ferrari-ingenieur Harvey Postlethwaite naar de puinhoop. In elkaar geboorde bolides, losgerukte wielen, afgescheurde vleugels.
Knock-out
Pas bij de derde start gaat het wonderwel goed. Pole-sitter Piquet leidt, daarachter knokt Berger met Thierry Boutsens Benetton om plaats twee. Als Berger met motorpech vroegtijdig uitvalt begint Mansell – die aanvankelijk benzine en banden spaart - zijn opmars naar voren. Pas in de twintigste ronde neemt hij na een agressieve manoeuvre het commando over om vervolgens uit het zicht te verdwijnen. Piquet laat als eerste zijn banden wisselen en rijdt vervolgens een tactische race om op ruime achterstand achter zijn teamgenoot als tweede te finishen. Mansell rijdt overigens abusievelijk een rondje te veel, want wedstrijdleider Mandl vlagt pas na de 53e ronde af. Het is Mansells vierde zege van het seizoen op dat moment. ‘Het hadden er al zes of zeven moeten zijn’, moppert hij voor de camera’s van de Oostenrijkse tv-zender ORF. ‘Ik weet niet waar al die pech vandaan komt, maar in onze business moet je vooral vooruitkijken.’ De pech komt toch weer, als Mansell pal voor de huldiging zijn hoofd ongelukkig stoot en een paar seconden knock-out gaat. “Nigel, Nigel, sta op!”, gilt een ontdane Teo Fabi. Met een dikke bult op het hoofd krijgt Mansell, ietwat duizelig, de overwinnaarsbokaal uitgereikt.
De startperikelen krijgen maanden later een staartje. En niet zo’n klein beetje. De FIA besluit de Oesterreichring per 1988 van de Formule 1-kalender te schrappen. Pas in 1997 keert de race terug, op het circuit dat we nu kennen als Red Bull Ring. Korter, langzamer en vooral… breder op start/finish. Wel zo veilig. (Foto: Wheelsage.org)
Door Rik Werner