Ferrari geeft toe: "We namen 'veel risico' met onze nieuwe motor"

Na seizoen 2020, een rampjaar voor de Scuderia, was het duidelijk dat er een nieuwe krachtbron moest komen. Op motorvermogen kwam Ferrari enorm tekort, maar met de aanstaande motorbevriezingen in de Formule 1 moest er snel gehandeld worden. Teambaas Mattia Binotto legt aan onder meer RacingNews365 uit dat het team moest gokken met het bouwen van de krachtbron, dit pakte volgens de Italiaan enorm goed uit. "Met het oog op 2022 moesten we de nieuwe motor zo snel mogelijk introduceren", legt de Ferrari-teambaas uit. "Hiervoor moesten we haasten tijdens het ontwikkelingsproces, waardoor we aardig wat risico's moesten nemen. Dat was een logische keuze voor ons, want we moeten zo veel mogelijk kilometers maken voordat de motorbevriezing van start zal gaan." Vanaf de eerste race in 2022 mogen de Formule 1-teams geen verbeteringen meer doorvoeren aan hun krachtbronnen. De motorontwikkeling tot aan seizoensstart is dus enorm belangrijk. Ferrari moest enorm snel een nieuwe motor bouwen, maar volgens Binotto pakte dit zeer goed uit. "Ik denk dat we hierdoor een voordeel voor onszelf hebben gecreëerd. Dat zie je niet gelijk terug in de rondetijden, want het is nog steeds heel afhankelijk van het circuit." "Dat laat zien dat het niet alleen maar de verbrandingsmotor is", legt de Italiaan uit. "Ook op het gebied van de elektrische systemen is er verbetering gevonden. Het is complex, maar het is wel in ons voordeel." Ferrari laat in 2021 al zien flink te zijn verbeterd ten opzichte van het rampjaar 2020, want de Scuderia vecht regelmatig mee voor het podium en heeft al bijna het dubbele aantal aan WK-punten gescoord.