Racing Point-baas Szafnauer: 'Tankstops invoeren is onveilig en onnodig duur'
De Formule 1 is saai. Nou ja, de laatste paar races misschien niet, maar over het algemeen is de consensus dat het allemaal de laatste jaren niet heel spectaculair is wat wij, de fans, voorgeschoteld krijgen.
Een van de maatregelen die geopperd worden om het spektakel te verhogen, is de herintroductie van de brandstofstops. Sinds 2010 is het tijdens de race bijtanken van de wagens verboden vanwege veiligheidsoverwegingen, maar feit is dat het hebben van de mogelijkheid om met veel of juist weinig brandstof de race te starten bijdraagt aan het spanningselement van de race.
Bijtanken biedt namelijk extra strategische mogelijkheden aan de teams en het gewichtsverschil tussen lichte en zware auto's zorgt voor een doorelkaar gehusselde grid én inhaalmogelijkheden.
Financiële kostenplaatje
De meeste fans zien de herinvoering van het bijtanken zitten, maar binnen de sport zelf zijn de meningen verdeeld. Racing Point-teambaas Otmar Szafnauer is ronduit tegen. 'Het is gevaarlijk', oordeelt de Roemeen. 'Wat als er een pitbrand ontstaat en de coureur komt niet snel genoeg uit de auto? Of dat een rijder wegrijdt met de tankinstallatie nog aan de auto gekoppeld?'
Ook om financiële redenen is Szafnauer niet enthousiast. 'Het invoeren van de tankstops kost ons een half miljoen per seizoen', berekent de teambaas. 'Aan extra brandstofinstallaties en transportkosten zijn wij 2,5 miljoen per vijf seizoenen kwijt. Dat zijn onverantwoorde extra investeringen terwijl er tegelijkertijd zo op de noodzaak van een budgetlimiet gesproken wordt. Daarnaast denk ik persoonlijk niet dat het bijdraagt aan betere races, want in mijn ogen gaat juist iedereen wachten met inhalen tot de pitstops.'
Tegenstanders zien echter nauwelijks voordelen, maar vooral veel nadelen. Het kostenaspect wordt daarbij keer op keer aangevoerd. De kosten voor de tankinstallaties, maar bovenal de kosten voor het transport van de brandstof naar alle races. Otmar Szafnauer, teambaas van Racing Point, spreekt over een bedrag van 2,5 miljoen in vijf jaar.
"Over een periode van vijf seizoenen gerekend, komen de extra kosten uit op zo'n 2,5 miljoen dollar. Dat is veel geld, zeker als het niet noodzakelijk is", laat hij aan Motorsport-Total weten.
Szafnauer is duidelijk geen voorstander van de tankstops en vreest dat de races eerder een optocht worden, dan dat ze spectaculairder worden. "Ik denk dat we veel minder inhaalacties op de baan zien, maar dat coureurs wachten tot de pitstops."
Het veiligheidsaspect is voor de Racing Point-teambaas ook een belangrijk argument om de tankstops niet in te voeren: "Denk aan een situatie waarbij er een grote pitbrand ontstaat, of een coureur niet snel genoeg uit de auto kan komen. Of situaties waarin de coureur met de brandstofslang nog in de auto wegrijdt. Dat zijn enkele van mijn tegenargumenten."