![]()
Carlos Sainz leeft zijn droom. Hij is dan misschien niet de succesvolste Spanjaard op de grid nu Fernando Alonso (41) aan zijn zoveelste jeugd is begonnen, maar Sainz wordt elke dag wakker met de gedachte: "Ik ben Ferrari-coureur en doe mee om de prijzen. Het leven is goed." Op het Circuit de Catalunya zag een kleine Carlos de grote Alonso bijna twintig jaar geleden al racen. "Toen ik tien jaar oud was, kwam ik hier om Fernando en Michael Schumacher te ontmoeten", zegt Sainz. "Ik zag voor het eerst een Ferrari en achttien jaar later ben ik hier als Ferrari-coureur." Tot zover de droom, want als Sainz zijn verwachtingen voor het weekeinde in één zin probeert te vangen, vliegen de mitsen en maren je om de oren. "Ik ben hier met de mogelijkheid om te proberen het podium te halen of te winnen." Nog geen podiumplaats Ferrari heeft het moeilijk. Dat de Red Bulls de Italiaanse renstal race na race aftroeven was geen verrassing. Maar het lukt zelfs niet om af te rekenen met Mercedes en Alonso's Aston Martin. Sainz wist het podium dit jaar nog niet te halen. Alonso stond er in zes races al vijf keer. "Het is een zware start van het seizoen geweest. Ik zou veel liever vechten voor polepositions en overwinningen zoals vorig jaar, in plaats van de worsteling van dit seizoen." In Barcelona krijgt hij een goede kans. Sainz start van P2, al vreest hij dat Pérez hem in een snelle Red Bull vanaf de elfde plek het vuur aan de schenen gaat leggen. Maar als hij het tij ergens kan keren, is het in Catalonië, gelooft Sainz. "Ik voel me beter als ik race in eigen land. Alles wat ik doe, kost me minder energie. Hoeveel me dat per ronde oplevert, is onmogelijk uit te rekenen, maar ik heb meer plezier." Dat er ook nadelen kleven aan een thuisrace weet Pedro de la Rosa. In tegenstelling tot de Madrileen Sainz is de oud-coureur (105 GP's tussen 1999 en 2012) een man van de streek. De la Rosa (52) is tegenwoordig adviseur en klankbord van de Aston Martin-coureurs. Meer plezier, meer druk "Mijn ouders woonden op zeven minuten van het circuit", vertelt de Catalaan, ooit nog teamgenoot van Jos Verstappen. "Ik kon de motoren vanuit ons huis horen brullen, dat maakt het extra speciaal." "Maar rijden voor je eigen fans, je vrienden en familie geeft ook extra druk. Je moet meer mensen een plezier doen. Door alle events die rondom je worden georganiseerd ben je op zondag om drie uur veel vermoeider dan bij iedere andere race." Handtekeningensessies, televisieoptredens en andere pr-activiteiten, een thuisrijder wordt dag in, dag uit geleefd. Verstappen had er in Zandvoort weleens genoeg van en trok zich terug in de luwte. "Het gaat er uiteindelijk om wat je op het circuit laat zien, niet wat je daarnaast allemaal doet", zegt De la Rosa. "Sommige coureurs kunnen die knop heel goed aan en uit zetten, ik vond dat moeilijk. Ik was er niet heel goed in om 's ochtends heel relaxed te zijn en dan richting de race in die de vechtmodus te komen. Fernando kan dat heel goed. Hij weet precies wat hij moet doen, hij is superkalm." Zondag staat Alonso voor de twintigste keer aan de start bij de GP van Spanje. Hij won er in 2006 en 2013. Als zijn Aston Martin voorbij rijdt tijdens een van de trainingen, legt een marshal langs de baan twee bordjes op de bandenstapels naast een Spaanse vlag. Ze vormen nummer 33. Niet omdat Max Verstappen daar jaren mee reed, maar omdat Alonso jaagt op zijn 33ste GP-zege. Het zou de eerste zijn in tien jaar, 161 GP's geleden. Alonso merkt dat zijn handvol podiumplaatsen voor extra aandacht zorgen. "De verwachtingen van de fans zijn dit jaar hoger. Ze zijn er altijd voor me geweest, ook toen ik minder succes had. Dat motiveert me om zoveel mogelijk uit het weekeinde te halen." Volgens De la Rosa is er onder de Spaanse F1-fans weinig sprake van rivaliteit. "Het is niet zoals in het voetbal, daar juichen ze voor óf Real Madrid óf FC Barcelona." "Als ik supporters in een Aston Martin-shirt vraag wie ze steunen, zeggen ze: Fernando en Carlos. Terwijl ze een groen Aston-shirt dragen. Dan zijn ze iets meer voor Fernando, maar niet per se anti-Sainz." 'We zijn nog niet dichter bij een zege' "Fernando is een tweevoudig wereldkampioen die de sport groot gemaakt heeft in Spanje, zoals Verstappen in Nederland. Het maakt niet uit voor welk team hij rijdt, mensen geloven altijd dat hij iets speciaals kan doen. Hij heeft een speciale status. Daarom zie je meer steun voor hem." Verstappen en Sergio Pérez winnen tot nu toe alle races, Alonso lijkt de enige die de reeks kan breken. "Maar ik heb nog niet het gevoel dat we dichter bij een overwinning zijn gekomen" zegt Alonso. "In Monaco konden we vechten voor de tweede plaats omdat 'Checo' (Pérez, red.) was weggevallen. We hebben dezelfde kansen als eerder dit seizoen." De la Rosa: "Het is geweldig om te zien dat hij op zo'n hoog niveau presteert. Als je ouder wordt krijg je meer ervaring, maar neemt je reactievermogen meestal af. Fernando is nog altijd een van de snelsten. Dat geeft mij de hoop dat hij het langer vol gaat houden dan we allemaal denken." Normaal gesproken is er zondagmiddag naast de Red Bulls nog één plekje over op het podium, waar twee Spanjaarden om strijden met Charles Leclerc en de Mercedessen. Sainz: "Aston Martin staat er beter voor, maar daarom proberen we ons te blijven verbeteren." Tweede en derde, of andersom Een scenario waarin er zelfs twee Spanjaarden op het podium finishen, acht Sainz ook niet onmogelijk. "Dat zou heel bijzonder zijn, zeker als een van ons op de hoogste trede staat. Als we tweede en derde worden, of derde en tweede, is het al geweldig. Maar als een van ons weet te winnen, staat het publiek helemaal op de banken."
