Monaco zonder muren: zo steekt de Hungaroring in elkaar
In 1986 zag de Hungaroring het levenslicht. Sindsdien staat het
circuit onafgebroken op de Formule 1-kalender. In 37 jaar Formule 1
zegevierden veel grootheden op de Europese racetrack. Onder meer
Nelson Piquet, Ayrton Senna, Michael Schumacher, Kimi Raikkonen,
Sebastian Vettel, Max Verstappen en Lewis Hamilton namen de
grootste trofee mee naar huis. Laatstgenoemde is recordhouder:
Hamilton won maar liefst acht Hongaarse Grands Prix. Mickey
Mouse-baantje Volgens autocoureur Tom Coronel is de Hungaroring een
"Mickey Mouse-baantje", zo vertelt hij in de RacingNews365 Formule
1-podcast. Met zijn uitspraak doelt Coronel op het feit dat het een
compact en smal circuit is. In de F1-volksmond wordt het circuit
ook wel 'Monaco zonder muren' genoemd. "In principe kun je er
moeilijk inhalen, al zagen we Verstappen vorig jaar redelijk door
het veld rammen." Coronel gaat verder: "Het is een hobbelig
circuit. De eerste bocht loopt een beetje naar beneden. Daarna
volgt een bochtencombinatie met een mooie swing, die je moét
pakken. Het is geen heel vet circuit voor de coureurs, maar vooral
een baan waar downforce erg belangrijk is. Ik zeg altijd: mensen
die hard gaan in Monaco, gaan ook hard op de Hungaroring."
Gelijkenissen met Circuit Zandvoort De Hungaroring lijkt in theorie
veel op Circuit Zandvoort. Evenals het duincircuit heeft de
Hungaroring veertien bochten, een lengte van ruim vier kilometer en
een kort recht stuk gevolgd door een doordraaiende bocht naar
rechts. Tijdens een Formule 1 Grand Prix rijdt men zeventig rondjes
over het Hongaarse asfalt, twee minder dan in Zandvoort. Dit komt
omdat de Hungaroring circa honderd meter langer is dan Circuit
Zandvoort. Een ander kenmerk van het circuit is dat het vanwege
haar geografische ligging geregeld wordt geteisterd door bijzondere
weersomstandigheden. Zo komt het geregeld voor dat de zon volop
schijnt en het vijf minuten later volop onweert. Lees meer over de
Hungaroring in onderstaande tabel. Info over de Hungaroring
circuit onafgebroken op de Formule 1-kalender. In 37 jaar Formule 1
zegevierden veel grootheden op de Europese racetrack. Onder meer
Nelson Piquet, Ayrton Senna, Michael Schumacher, Kimi Raikkonen,
Sebastian Vettel, Max Verstappen en Lewis Hamilton namen de
grootste trofee mee naar huis. Laatstgenoemde is recordhouder:
Hamilton won maar liefst acht Hongaarse Grands Prix. Mickey
Mouse-baantje Volgens autocoureur Tom Coronel is de Hungaroring een
"Mickey Mouse-baantje", zo vertelt hij in de RacingNews365 Formule
1-podcast. Met zijn uitspraak doelt Coronel op het feit dat het een
compact en smal circuit is. In de F1-volksmond wordt het circuit
ook wel 'Monaco zonder muren' genoemd. "In principe kun je er
moeilijk inhalen, al zagen we Verstappen vorig jaar redelijk door
het veld rammen." Coronel gaat verder: "Het is een hobbelig
circuit. De eerste bocht loopt een beetje naar beneden. Daarna
volgt een bochtencombinatie met een mooie swing, die je moét
pakken. Het is geen heel vet circuit voor de coureurs, maar vooral
een baan waar downforce erg belangrijk is. Ik zeg altijd: mensen
die hard gaan in Monaco, gaan ook hard op de Hungaroring."
Gelijkenissen met Circuit Zandvoort De Hungaroring lijkt in theorie
veel op Circuit Zandvoort. Evenals het duincircuit heeft de
Hungaroring veertien bochten, een lengte van ruim vier kilometer en
een kort recht stuk gevolgd door een doordraaiende bocht naar
rechts. Tijdens een Formule 1 Grand Prix rijdt men zeventig rondjes
over het Hongaarse asfalt, twee minder dan in Zandvoort. Dit komt
omdat de Hungaroring circa honderd meter langer is dan Circuit
Zandvoort. Een ander kenmerk van het circuit is dat het vanwege
haar geografische ligging geregeld wordt geteisterd door bijzondere
weersomstandigheden. Zo komt het geregeld voor dat de zon volop
schijnt en het vijf minuten later volop onweert. Lees meer over de
Hungaroring in onderstaande tabel. Info over de Hungaroring