Knotsgekke F1-races in Monza: Van Ferrari-mania tot Schumacher-drama

1995: Knotsgekke race De Italiaanse GP van 1995 werd steeds gekker
en gekker. Het begon al in de opwarmronde, toen polesitter David
Coulthard spinde en de handdoek in de ring moest gooien. Bij de
start vond er een grote crash plaats waar meerdere auto's bij
betrokken waren, waardoor Coulthard bij de daaropvolgende herstart
toch weer mee kon doen. In de openingsfase ging hij aan de leiding,
totdat hij door technische problemen de eerste plek verloor aan
Gerhard Berger. In de strijd om de laatste podiumplekken waren het
titelrivalen Damon Hill en Michael Schumacher die keihard het
gevecht aan gingen. Het eindigde in tranen. Hill haalde achterloper
Taki Inoue in op weg naar de tweede chicane, maar verremde zich en
raakte Schumacher. De Duitser ging meteen verhaal halen, alvorens
hij door marshalls werd tegengehouden (zie de foto's hieronder).
Maar dat was nog niet het laatste gekke moment van deze race.
Ferrari reed na al die chaos namelijk op de plekken 1-2, waardoor
de Tifosi al uitkeken naar een geweldige podiumceremonie, zij het
niet dat beide coureurs tegen problemen aanliepen. Een camera op de
wagen van Alesi kwam los en vloog van de Ferrari af, nota bene
tegen de andere Ferrari aan, waardoor Bergers ophanging werd
beschadigd. Alesi liep vervolgens tegen remproblemen aan. Meer dan
de helft van de coureurs haalde de finish niet, waardoor het Johnny
Herbert was die in zijn Benetton naar de zege reed. 1999: Hakkinen
in tranen Kampioenschapsleider Mika Hakkinen domineer de GP van
Italië in 1999 totdat hij een fout maakte in de eerste chicane. Per
ongeluk schakelde hij niet naar de tweede maar de eerste
versnelling terug, waardoor hij spinde, tot vreugde van alle
Ferrari-fans. Hij smeet uit woede zijn racehandschoenen in het gras
toen hij uit zijn bolide moest stappen en werd even later door de
camera's al huilend gespot naast de baan. Zijn fout zorgde ervoor
dat Heinz-Harald Frentzen met de zege aan de haal ging, terwijl
Eddie Irvine in zijn Ferrari door een zesde plaats op gelijke
hoogte kon komen met de Fin in het kampioenschap. 2008: Vettel
schittert Sebastian Vettel deed het onmogelijke door op eigen
kracht naar een zege te rijden in een Toro Rosso. Op een
regenachtige Monza pakte hij de pole en ging hij er op zondag zelfs
met de overwinning vandoor. Het was de definitieve doorbraak van de
Duitser, die snel een zitje afdwong bij Red Bull en vervolgens vier
jaar op rij kampioen werd. 2019: Een droom die uitkomt voor Leclerc
Een week na zijn eerste F1-overwinning in België zette Charles
Leclerc zijn SF-19 op poleposition voor zijn thuispubliek. De
Monegask kreeg het gedurende de race meermaals aan de stok met
Mercedes-rivaal Lewis Hamilton, maar liet zich de kaas niet van het
brood eten. Het Ferrari-wonderkind reed overtuigend naar de
overwinning, iets wat de Tifosi in extase bracht. 2020: Vreemde
eenden in de bijt De Grand Prix van Italië in 2020 was alles
behalve saai. Dat mede door een stop-and-go penalty van Lewis
Hamilton en een hevige crash van Charles Leclerc. Het knotsgekke
raceverloop resulteerde in een podium dat bestond uit
respectievelijk Pierre Gasly, Carlos Sainz en Lance Stroll. Als je
voorafgaand aan de race een tientje in zou zetten op een podium
bestaande uit deze drie namen, zouden je vrienden je naar alle
waarschijnlijkheid voor gek verklaren. Zeker in een seizoen waarin
Mercedes de concurrentie het snot voor de ogen reed. 'I never left'
McLaren: een team dat ooit record na record verbrak, gleed na de
komst van het hybride tijdperk langzaam af. Wereldkampioenen Jenson
Button en Fernando Alonso deden er alles aan om het team uit Woking
terug naar de top te brengen, maar kregen het - met dank aan
onderpresterende auto's - niet gebolwerkt. Na een fikse
reorganisatie geraakte het Britse team aan het einde van het vorige
decennium stilletjes aan op de weg terug. Het geloof was er weer en
podiumplaatsen volgden. De kers op de taart? Een één-tweetje
tijdens de Grand Prix van Italië in 2021. Het team toonde het hele
weekend sterke pace en profiteerde optimaal van de strijd tussen
titelkandidaten Max Verstappen en Lewis Hamilton, die elkaar van de
baan reden en Daniel Ricciardo en Lando Norris een prachtig cadeau
in de schoot worpen.