Van der Garde kent de zware uitdagingen van Singapore: "Ik ging echt helemaal dood"
Giedo van der Garde weet wat het is om te racen in de straten van
Singapore. In 2013 reed hij er de GP van Singapore in de Formule 1.
Voor Caterham werd hij toen zestiende. Een jaar eerder won hij er
zelfs, in de Formule 2. Van der Garde snapt dat het circuit door
coureurs als 'zwaar' wordt betitelt, maar hij vindt het juist ook
een erg mooie baan. "Ik vond het altijd een vet circuit. Het is een
stratencircuit met weinig uitlooproutes en de vangrails heel
dichtbij", zegt Van der Garde in gesprek met RacingNews365 . "Wat
ik heel erg leuk vind is dat het midden in de stad is. De hotels
zijn dichtbij, dus je loopt overal naar toe. Je blijft lekker in de
Europese tijd zitten", doelt de coureur op het feit dat het daar
een nachtrace is. "Daardoor maak je af en toe nog het nachtleven
mee. Ik vond het altijd wel een spectaculaire Grand Prix. Met de
verlichting, de mensen die er naar toe komen, de stad die op zijn
kop staat, alles er rondom heen. Je moet natuurlijk ook wel iets
met stratencircuits hebben." Gesloopt uit de auto stappen In
tegenstelling tot toen Van der Garde er reed in 2012 en 2013 is de
baan nu licht aangepast. Vier bochten minder en een iets langer
recht stuk op het laatste gedeelte van de baan. "Ik vind dat
jammer. De bochten die ze eruit hebben gehaald, dat maakt het
circuit nu ongeveer 5 tot 6 seconden sneller. Jammer, maar ze
moesten wel. Het oude circuit vond ik echt vet." Van der Garde, ook
F1-analist bij Viaplay, legt uit wat de race in Singapore zo zwaar
maakt. "De humidity (luchtvochtigheid, red.), de hitte, het circuit
zelf. Je hebt een humidity van 80, 85 procent. Dan is het 38 graden
en heb je nog een keer een circuit dat heel uitdagend is, waar je
als coureur weinig rust hebt. Dit jaar natuurlijk iets meer omdat
ze vier bochten eruit hebben gehaald. Vroeger ging een race met
safety cars heel snel naar twee uur toe en was het de langste race
van het jaar. Met die luchtvochtigheid en die hitte, dan kom je
gewoon gesloopt uit de auto." Goed drinken is dan ook een vereiste.
Maar uitgerekend dat was een probleem voor Van der Garde in 2013.
Het grootste gedeelte van de race kon hij niet drinken. "Ik was
echt helemaal dood. Het is een zware race en dan heb je juist
drinken nodig. Als het dan niet werkt, dan ga je wel kapot. De
sensor die op het stuur zat was stuk." Toch lukte het Van der Garde
om naar de finish te rijden. "Je moet tot het gaatje gaan. Je hebt
veel dorst en je gaat kapot, maar het is toch gelukt. Natuurlijk,
die laatste vijf rondes dan ga je scheel kijken en weet je niet
meer waar je bent en wat je aan het doen bent, maar je moet gewoon
je concentratie behouden. Dat is het allerbelangrijkste. Als je
daar één keer uit je concentratie bent en je let niet op, dan ga je
de muur in."
Singapore. In 2013 reed hij er de GP van Singapore in de Formule 1.
Voor Caterham werd hij toen zestiende. Een jaar eerder won hij er
zelfs, in de Formule 2. Van der Garde snapt dat het circuit door
coureurs als 'zwaar' wordt betitelt, maar hij vindt het juist ook
een erg mooie baan. "Ik vond het altijd een vet circuit. Het is een
stratencircuit met weinig uitlooproutes en de vangrails heel
dichtbij", zegt Van der Garde in gesprek met RacingNews365 . "Wat
ik heel erg leuk vind is dat het midden in de stad is. De hotels
zijn dichtbij, dus je loopt overal naar toe. Je blijft lekker in de
Europese tijd zitten", doelt de coureur op het feit dat het daar
een nachtrace is. "Daardoor maak je af en toe nog het nachtleven
mee. Ik vond het altijd wel een spectaculaire Grand Prix. Met de
verlichting, de mensen die er naar toe komen, de stad die op zijn
kop staat, alles er rondom heen. Je moet natuurlijk ook wel iets
met stratencircuits hebben." Gesloopt uit de auto stappen In
tegenstelling tot toen Van der Garde er reed in 2012 en 2013 is de
baan nu licht aangepast. Vier bochten minder en een iets langer
recht stuk op het laatste gedeelte van de baan. "Ik vind dat
jammer. De bochten die ze eruit hebben gehaald, dat maakt het
circuit nu ongeveer 5 tot 6 seconden sneller. Jammer, maar ze
moesten wel. Het oude circuit vond ik echt vet." Van der Garde, ook
F1-analist bij Viaplay, legt uit wat de race in Singapore zo zwaar
maakt. "De humidity (luchtvochtigheid, red.), de hitte, het circuit
zelf. Je hebt een humidity van 80, 85 procent. Dan is het 38 graden
en heb je nog een keer een circuit dat heel uitdagend is, waar je
als coureur weinig rust hebt. Dit jaar natuurlijk iets meer omdat
ze vier bochten eruit hebben gehaald. Vroeger ging een race met
safety cars heel snel naar twee uur toe en was het de langste race
van het jaar. Met die luchtvochtigheid en die hitte, dan kom je
gewoon gesloopt uit de auto." Goed drinken is dan ook een vereiste.
Maar uitgerekend dat was een probleem voor Van der Garde in 2013.
Het grootste gedeelte van de race kon hij niet drinken. "Ik was
echt helemaal dood. Het is een zware race en dan heb je juist
drinken nodig. Als het dan niet werkt, dan ga je wel kapot. De
sensor die op het stuur zat was stuk." Toch lukte het Van der Garde
om naar de finish te rijden. "Je moet tot het gaatje gaan. Je hebt
veel dorst en je gaat kapot, maar het is toch gelukt. Natuurlijk,
die laatste vijf rondes dan ga je scheel kijken en weet je niet
meer waar je bent en wat je aan het doen bent, maar je moet gewoon
je concentratie behouden. Dat is het allerbelangrijkste. Als je
daar één keer uit je concentratie bent en je let niet op, dan ga je
de muur in."
