Alain Prost, het volgende slachtoffer van Max Verstappen
Bij het horen van de naam Alain Prost leggen velen direct de link
naar de hevige rivaliteit die de Fransman kende met Ayrton Senna.
Dat thema wil er nog weleens voor zorgen dat Prosts
carrièreresultaten wat in het niet vallen ten opzichte van die van
andere grootheden. Prost was namelijk zowel op, als naast het
asfalt een berekenend type. Zijn karakter bezorgde hem veel
successen, maar leverde hem ook imagoschade op. Prost was echter
een coureur van wereldformaat. Zowel in zijn jongere jaren als op
zijn oude dag haalde hij het onderste uit de kan. Voormalig F1-baas
Bernie Ecclestone noemde de Franse coureur tot voor kort de beste
Formule 1-coureur aller tijden . Prosts debuut in de Formule 1 Na
het winnen van zowel het Europese als het Franse Formule
3-kampioenschap tekende de 24-jarige Prost in 1980 een contract bij
het McLaren F1-team. Tijdens zijn debuut in Argentinië scoorde hij
direct punten en was hij zijn ervaren teamgenoot John Watson de
baas. Een ondermaats presterende McLaren zorgde er echter voor dat
Prost slechts zestiende werd in het kampioenschap. Hoewel Le
Professeur ook voor 1981 en 1982 een contract voorgelegd kreeg bij
het team uit Woking, verkaste hij na afloop van zijn debuutseizoen
naar het fabrieksteam van Renault. Bij Renault vormde hij samen met
landgenoot Rene Arnoux een Franse eenheid, zoals we dat
tegenwoordig kennen bij Alpine met Pierre Gasly en Esteban Ocon.
Prosts tijdperk bij Renault wordt gekenmerkt als een
haat-liefdeverhouding. In zijn debuutseizoen behaalde hij zes
podiumplaatsen; drie keer stond hij op de hoogste trede. In alle
andere Grands Prix viel Prost uit, merendeels wegens een
onbetrouwbare bolide. Het 1981-seizoen liet het potentieel van de
Fransman zien, aangezien hij in iedere race die hij finishte op het
podium eindigde. Tekst gaat verder onder afbeelding. Terugkeer naar
McLaren Ook in 1982 kampte Prost met een onbetrouwbare
Renault-bolide. Prost startte het seizoen fantastisch door de
eerste twee races te winnen, maar daarna ging het bergafwaarts.
Zeven uitvalbeurten en slechts twee podiumfinishes leverden hem een
vierde plaats in de pikorde op. In 1983 had de Franse renstal haar
zaakjes beter op orde. Prost won in Frankrijk, België, het Verenigd
Koninkrijk en Oostenrijk. Hij sloot het seizoen af op de tweede
plaats, op twee punten achter wereldkampioen Nelson Piquet. Dat
kwam onder meer doordat de Franse coureur in drie van de vier
laatste races uitviel. Prost was er klaar mee en verliet Renault
slechts twee dagen na de seizoensfinale. McLaren-kopstuk Ron Dennis
pikte Prost op en zette hem naast tweevoudig wereldkampioen Niki
Lauda. Prost won direct de seizoensopener in Brazilië en hengelde
in 1984 nog zeven zeges binnen. Het hele seizoen vocht hij met
levende legende Lauda om de wereldtitel. Laatstgenoemde trok
uiteindelijk aan het langste eind en werd voor de derde keer
wereldkampioen met 72 punten. Prost werd vicekampioen met slechts
een half punt(!) achterstand op de Oostenrijker. Tekst gaat verder
onder afbeelding. Eerste wereldtitel Na een overstap van Michelin-
naar Goodyear-banden en een dip in Lauda's motivatie was 1985
minder dominant voor McLaren, maar Prost presteerde onberispelijk.
Zijn formidabele optredens leverden hem eindelijk het
wereldkampioenschap dat zijn talent al zo lang verdiende. Het
contrast met Lauda was enorm - waar Prost wereldkampioen werd,
eindigde de Oostenrijker als tiende op de ranglijst. Lauda besefte
dat zijn tijd voorbij was en hing zijn helm aan de wilgen. Het jaar
erop won Prost opnieuw de titel, ondanks dat de Honda-motoren in de
Williams-auto's van Nigel Mansell en Nelson Piquet veel beter
presteerden dan de Porsche-krachtbron van McLaren. Mansell scoorde
meer overwinningen, maar dankzij zijn berekenende rijstijl en
consistentie was het de Fransman die er met de wereldtitel vandoor
ging. Prosts nieuwe teamgenoot Keke Rosberg - de wereldkampioen van
1982 - eindigde slechts zesde, op meer dan vijftig punten
achterstand. Tekst gaat verder onder afbeelding. Ayrton Senna
tekent bij McLaren In 1987 kreeg Prost wederom een nieuwe
teamgenoot: de Zweed Stefan Johansson tekende bij McLaren.
McLaren-teambaas Ron Dennis gebruikte Johansson als tussenoptie;
hij zette in op het contracteren van Lotus-talent Ayrton Senna voor
1988. Ondanks drie overwinningen voor Prost en een handjevol
podiumplaatsen voor Johansson kon McLaren niet opboksen tegen de
Williams-Honda FW11B in 1987. Wél boekte Prost persoonlijk succes:
dankzij zijn zege in Portugal ging hij Jackie Stewart voorbij in de
lijst met meeste F1-overwinningen aller tijden. 1988 was een nieuw
hoofdstuk in het boek Prost bij McLaren. Dennis stelde Honda aan
als motorleverancier en contracteerde Senna dan eindelijk. Prost
was blij met de komst van zijn nieuwe teamgenoot: hij verkondigde
openlijk dat McLaren met Senna een bijzonder talent binnenhaalde.
De Fransman keek er dan ook naar uit om nog 'jarenlang met Senna te
werken.' Niets bleek minder waar. Tekst gaat verder onder
afbeelding. 1988: McLaren uiterst dominant, Prost en Senna leren
elkaar kennen In 1988 en 1989 verdienden Senna en Prost elk één
kampioenschap als teamgenoten. Prost-fans zullen opmerken dat hun
man het '88-kampioenschap had moeten winnen, omdat hij meer punten
had verzameld. Maar volgens de FIA-regels van die tijd telden
slechts de elf beste scores van een coureur uit zestien races.
Ondanks dat Senna race-verliezende fouten maakte in Monaco en
Monza, won hij het kampioenschap door acht overwinningen te behalen
tegenover de zeven van Prost. In 1989 maakte Prost opnieuw geen
grote fouten en genoot hij van de superieure mechanische
betrouwbaarheid van de McLaren MP4/5. Senna werd uitgeschakeld door
motorproblemen in Canada, de VS, Frankrijk en Italië. Bovendien
botste, crashte of slipte hij in Brazilië, Groot-Brittannië,
Portugal en Australië. Tijdens de één na laatste race van het
seizoen in Japan veranderde de relatie tussen Prost en Senna - die
eerder in het seizoen al onder druk kwam te staan - voorgoed. Prost
blokkeerde bij het aanremmen voor de chicane in Suzuka, waarna
Senna - vrij optimistisch - in een gat dook. Prost viel uit, Senna
vervolgde zijn race en leek wereldkampioen te worden. Later werd
hij echter gediskwalificeerd omdat de marshals hem na de touché
hielpen zijn race te vervolgen; Prost werd voor de derde keer
wereldkampioen. Senna's aanhang reageerde bloedlink en was van
mening dat de FIA Prost het kampioenschap cadeau gaf. Tekst gaat
verder onder afbeelding. Prost zegt McLaren vaarwel Hun twee
seizoenen samen benadrukten - waarschijnlijk onvermijdelijk - de
zwakke punten van deze twee grootheden binnen de sport. Prost was
een goede regenrijder, maar Senna was uitzonderlijk. Prost was een
goede kwalificatierijder, maar Senna was uitzonderlijk. Maar Senna
zocht gedurende de races vaak de limiet op en ging er nog weleens
overheen. Doordat Prost zó consistent was, werd ieder minuscuul
Senna-foutje direct snoeihard afgestraft. Hoewel Prost op weg was
naar zijn derde kampioenschap, leek hij gedurende een groot deel
van het seizoen '89 een gebrek aan motivatie te tonen. Senna's
schending van een afspraak tussen het tweetal in Imola, liet hem
zich bedrogen en boos voelen. Daarnaast had hij het gevoel dat
teambaas Dennis hem sinds '88 als vanzelfsprekend beschouwde
terwijl hij Senna verwende in de nieuwe omgeving. Om deze redenen
reageerde Prost positief op het aanbod van Ferrari om van team te
wisselen, en hij zette zijn handtekening om in 1990 naast Mansell
te racen. Tekst gaat verder onder afbeelding. De magie van
Maranello (is van korte duur) Bij Ferrari herpakte Prost zich
direct. Le Professeur was gemotiveerder dan ooit. Hij won maar
liefst vijf races, teamgenoot Mansell kwam slechts één keer als
eerste over de eindstreep. Voor het derde jaar op rij vocht Prost
met Senna om de F1-wereldtitel. Opnieuw eindigde de titelstrijd met
een controversieel moment in Suzuka. Senna pakte poleposition en
leek daarmee in het voordeel. Dat veranderde echter toen de
wedstrijdleiding bekendmaakte dat Senna's startplaats werd
verplaatst naar de vuile zijde van het asfalt. De Braziliaan was
furieus, en oordeelde dat de FIA deze beslissing enkel nam om Prost
een handje te helpen. Prost ving de race aan vanaf plaats twee en
beschikte over een potentieel voordeel vanwege de schonere
startlijn. De Ferrari-coureur profiteerde hiervan en nam de leiding
in de eerste bocht. Senna, vastbesloten om alles op alles te
zetten, liet zijn rempedaal buiten beschouwing en toucheerde vol de
binnenzijde van Prosts Ferrari, waardoor beide coureurs uitvielen.
Deze controversiële manoeuvre bezorgde Senna zijn tweede
F1-wereldtitel, Prost bleef met lege handen achter. Sabbatical
Wegens Senna's radicale actie kreeg Prost voor het eerst sinds zijn
ellenlange strijd met de Braziliaan de meerderheid van de sympathie
van de media. Prost oogde ontmoedigd, maar keerde in 1991 gewoon
terug op de grid. In dat jaar kon de Fransman het wegens een
ondermaats presterende Ferrari echter niet opnemen tegen zijn
rivalen in hun Williams- en McLaren-bolides. Ferrari's 642-wagen
was zó traag, dat deze halverwege het seizoen werd vervangen door
de 643. De 643 was een verbetering, maar nog steeds geen winnaar.
Toch toonde Prost, ondanks dat hij aan zijn twaalfde seizoen in de
Formule 1 bezig was, opmerkelijke veerkracht en snelheid. Hij
maakte gehakt van zijn nieuwe, veelbelovende teamgenoot Jean Alesi.
Ondanks dat Prost het maximale uit de Ferrari 642/643 haalde, werd
hij na de Grand Prix van Japan door de Scuderia ontslagen omdat hij
openlijk kritiek had geuit op zijn auto. Prosts vroegtijdige
vertrek bij het uit Maranello zorgde ervoor dat hij het seizoen van
1992 vanaf de zijlijn bekeek. De Franse coureur testte de Ligier
JS37-Renault, maar bedankte vriendelijk. Ligier was verre van een
topteam en Prost zag het niet zitten om voor spek en bonen mee te
rijden. Vierde wereldtitel bij Williams en pensioen In 1993 tekende
Prost bij Williams. Hij kende een fantastisch seizoen en bezorgde
zijn nieuwe werkgever direct het kampioenschap. Daarnaast werd hij
de eerste coureur ooit die (meer dan) vijftig Grand
Prix-overwinningen behaalde. Ondanks dat werd Prost met regelmaat
negatief weggezet door de (Britse) media. Dat kwam onder meer
doordat de Fransman zowel cultheld Mansell als nieuwkomer Damon
Hill op het circuit te kakken zette én hij op zijn oude dag de
o-zo-populaire Senna aftroefde. Hoewel het Prost was die fenomenaal
presteerde in '93, werd de officiële Formule 1-videoreview getiteld
met 'Senna Fights Back', één van de vele voorbeelden waarin
duidelijk wordt dat Prost niet altijd de credits kreeg die hij
verdiende. Toen Sir Frank Williams onthulde dat
Williams-motorleverancier Renault Senna wilde voor 1994, besloot
Prost zijn helm aan de wilgen te hangen, en dat terwijl hij een
contract had voor '94. Prost vertelde schrijver Maurice Hamilton
dat hij geen zin had in een nieuw partnerschap met Senna. Dat was
omdat hij in hun McLaren-periode het merendeel van het testwerk
deed. Als hij niet testte, deed hij promotioneel werk, terwijl
Senna aan het rusten was. Daarnaast zat hij er ook niet op te
wachten dat de media hem opnieuw zouden aanvallen. Prosts reputatie
werd verder geschaad door zijn overname en herpositionering van het
Ligier F1-team, dat uiteindelijk roemloos ten onder ging vanwege
het gebrek aan beloofde financiering. Ook gedurende zijn
betrokkenheid in de Formule E en in zijn periode als adviseur bij
het Renault F1-team (2017-2022) wist hij geen potten te breken.
Maar de cijfers liegen er niet om: Prost is één van de grootste
Formule 1-prominenten aller tijden.
naar de hevige rivaliteit die de Fransman kende met Ayrton Senna.
Dat thema wil er nog weleens voor zorgen dat Prosts
carrièreresultaten wat in het niet vallen ten opzichte van die van
andere grootheden. Prost was namelijk zowel op, als naast het
asfalt een berekenend type. Zijn karakter bezorgde hem veel
successen, maar leverde hem ook imagoschade op. Prost was echter
een coureur van wereldformaat. Zowel in zijn jongere jaren als op
zijn oude dag haalde hij het onderste uit de kan. Voormalig F1-baas
Bernie Ecclestone noemde de Franse coureur tot voor kort de beste
Formule 1-coureur aller tijden . Prosts debuut in de Formule 1 Na
het winnen van zowel het Europese als het Franse Formule
3-kampioenschap tekende de 24-jarige Prost in 1980 een contract bij
het McLaren F1-team. Tijdens zijn debuut in Argentinië scoorde hij
direct punten en was hij zijn ervaren teamgenoot John Watson de
baas. Een ondermaats presterende McLaren zorgde er echter voor dat
Prost slechts zestiende werd in het kampioenschap. Hoewel Le
Professeur ook voor 1981 en 1982 een contract voorgelegd kreeg bij
het team uit Woking, verkaste hij na afloop van zijn debuutseizoen
naar het fabrieksteam van Renault. Bij Renault vormde hij samen met
landgenoot Rene Arnoux een Franse eenheid, zoals we dat
tegenwoordig kennen bij Alpine met Pierre Gasly en Esteban Ocon.
Prosts tijdperk bij Renault wordt gekenmerkt als een
haat-liefdeverhouding. In zijn debuutseizoen behaalde hij zes
podiumplaatsen; drie keer stond hij op de hoogste trede. In alle
andere Grands Prix viel Prost uit, merendeels wegens een
onbetrouwbare bolide. Het 1981-seizoen liet het potentieel van de
Fransman zien, aangezien hij in iedere race die hij finishte op het
podium eindigde. Tekst gaat verder onder afbeelding. Terugkeer naar
McLaren Ook in 1982 kampte Prost met een onbetrouwbare
Renault-bolide. Prost startte het seizoen fantastisch door de
eerste twee races te winnen, maar daarna ging het bergafwaarts.
Zeven uitvalbeurten en slechts twee podiumfinishes leverden hem een
vierde plaats in de pikorde op. In 1983 had de Franse renstal haar
zaakjes beter op orde. Prost won in Frankrijk, België, het Verenigd
Koninkrijk en Oostenrijk. Hij sloot het seizoen af op de tweede
plaats, op twee punten achter wereldkampioen Nelson Piquet. Dat
kwam onder meer doordat de Franse coureur in drie van de vier
laatste races uitviel. Prost was er klaar mee en verliet Renault
slechts twee dagen na de seizoensfinale. McLaren-kopstuk Ron Dennis
pikte Prost op en zette hem naast tweevoudig wereldkampioen Niki
Lauda. Prost won direct de seizoensopener in Brazilië en hengelde
in 1984 nog zeven zeges binnen. Het hele seizoen vocht hij met
levende legende Lauda om de wereldtitel. Laatstgenoemde trok
uiteindelijk aan het langste eind en werd voor de derde keer
wereldkampioen met 72 punten. Prost werd vicekampioen met slechts
een half punt(!) achterstand op de Oostenrijker. Tekst gaat verder
onder afbeelding. Eerste wereldtitel Na een overstap van Michelin-
naar Goodyear-banden en een dip in Lauda's motivatie was 1985
minder dominant voor McLaren, maar Prost presteerde onberispelijk.
Zijn formidabele optredens leverden hem eindelijk het
wereldkampioenschap dat zijn talent al zo lang verdiende. Het
contrast met Lauda was enorm - waar Prost wereldkampioen werd,
eindigde de Oostenrijker als tiende op de ranglijst. Lauda besefte
dat zijn tijd voorbij was en hing zijn helm aan de wilgen. Het jaar
erop won Prost opnieuw de titel, ondanks dat de Honda-motoren in de
Williams-auto's van Nigel Mansell en Nelson Piquet veel beter
presteerden dan de Porsche-krachtbron van McLaren. Mansell scoorde
meer overwinningen, maar dankzij zijn berekenende rijstijl en
consistentie was het de Fransman die er met de wereldtitel vandoor
ging. Prosts nieuwe teamgenoot Keke Rosberg - de wereldkampioen van
1982 - eindigde slechts zesde, op meer dan vijftig punten
achterstand. Tekst gaat verder onder afbeelding. Ayrton Senna
tekent bij McLaren In 1987 kreeg Prost wederom een nieuwe
teamgenoot: de Zweed Stefan Johansson tekende bij McLaren.
McLaren-teambaas Ron Dennis gebruikte Johansson als tussenoptie;
hij zette in op het contracteren van Lotus-talent Ayrton Senna voor
1988. Ondanks drie overwinningen voor Prost en een handjevol
podiumplaatsen voor Johansson kon McLaren niet opboksen tegen de
Williams-Honda FW11B in 1987. Wél boekte Prost persoonlijk succes:
dankzij zijn zege in Portugal ging hij Jackie Stewart voorbij in de
lijst met meeste F1-overwinningen aller tijden. 1988 was een nieuw
hoofdstuk in het boek Prost bij McLaren. Dennis stelde Honda aan
als motorleverancier en contracteerde Senna dan eindelijk. Prost
was blij met de komst van zijn nieuwe teamgenoot: hij verkondigde
openlijk dat McLaren met Senna een bijzonder talent binnenhaalde.
De Fransman keek er dan ook naar uit om nog 'jarenlang met Senna te
werken.' Niets bleek minder waar. Tekst gaat verder onder
afbeelding. 1988: McLaren uiterst dominant, Prost en Senna leren
elkaar kennen In 1988 en 1989 verdienden Senna en Prost elk één
kampioenschap als teamgenoten. Prost-fans zullen opmerken dat hun
man het '88-kampioenschap had moeten winnen, omdat hij meer punten
had verzameld. Maar volgens de FIA-regels van die tijd telden
slechts de elf beste scores van een coureur uit zestien races.
Ondanks dat Senna race-verliezende fouten maakte in Monaco en
Monza, won hij het kampioenschap door acht overwinningen te behalen
tegenover de zeven van Prost. In 1989 maakte Prost opnieuw geen
grote fouten en genoot hij van de superieure mechanische
betrouwbaarheid van de McLaren MP4/5. Senna werd uitgeschakeld door
motorproblemen in Canada, de VS, Frankrijk en Italië. Bovendien
botste, crashte of slipte hij in Brazilië, Groot-Brittannië,
Portugal en Australië. Tijdens de één na laatste race van het
seizoen in Japan veranderde de relatie tussen Prost en Senna - die
eerder in het seizoen al onder druk kwam te staan - voorgoed. Prost
blokkeerde bij het aanremmen voor de chicane in Suzuka, waarna
Senna - vrij optimistisch - in een gat dook. Prost viel uit, Senna
vervolgde zijn race en leek wereldkampioen te worden. Later werd
hij echter gediskwalificeerd omdat de marshals hem na de touché
hielpen zijn race te vervolgen; Prost werd voor de derde keer
wereldkampioen. Senna's aanhang reageerde bloedlink en was van
mening dat de FIA Prost het kampioenschap cadeau gaf. Tekst gaat
verder onder afbeelding. Prost zegt McLaren vaarwel Hun twee
seizoenen samen benadrukten - waarschijnlijk onvermijdelijk - de
zwakke punten van deze twee grootheden binnen de sport. Prost was
een goede regenrijder, maar Senna was uitzonderlijk. Prost was een
goede kwalificatierijder, maar Senna was uitzonderlijk. Maar Senna
zocht gedurende de races vaak de limiet op en ging er nog weleens
overheen. Doordat Prost zó consistent was, werd ieder minuscuul
Senna-foutje direct snoeihard afgestraft. Hoewel Prost op weg was
naar zijn derde kampioenschap, leek hij gedurende een groot deel
van het seizoen '89 een gebrek aan motivatie te tonen. Senna's
schending van een afspraak tussen het tweetal in Imola, liet hem
zich bedrogen en boos voelen. Daarnaast had hij het gevoel dat
teambaas Dennis hem sinds '88 als vanzelfsprekend beschouwde
terwijl hij Senna verwende in de nieuwe omgeving. Om deze redenen
reageerde Prost positief op het aanbod van Ferrari om van team te
wisselen, en hij zette zijn handtekening om in 1990 naast Mansell
te racen. Tekst gaat verder onder afbeelding. De magie van
Maranello (is van korte duur) Bij Ferrari herpakte Prost zich
direct. Le Professeur was gemotiveerder dan ooit. Hij won maar
liefst vijf races, teamgenoot Mansell kwam slechts één keer als
eerste over de eindstreep. Voor het derde jaar op rij vocht Prost
met Senna om de F1-wereldtitel. Opnieuw eindigde de titelstrijd met
een controversieel moment in Suzuka. Senna pakte poleposition en
leek daarmee in het voordeel. Dat veranderde echter toen de
wedstrijdleiding bekendmaakte dat Senna's startplaats werd
verplaatst naar de vuile zijde van het asfalt. De Braziliaan was
furieus, en oordeelde dat de FIA deze beslissing enkel nam om Prost
een handje te helpen. Prost ving de race aan vanaf plaats twee en
beschikte over een potentieel voordeel vanwege de schonere
startlijn. De Ferrari-coureur profiteerde hiervan en nam de leiding
in de eerste bocht. Senna, vastbesloten om alles op alles te
zetten, liet zijn rempedaal buiten beschouwing en toucheerde vol de
binnenzijde van Prosts Ferrari, waardoor beide coureurs uitvielen.
Deze controversiële manoeuvre bezorgde Senna zijn tweede
F1-wereldtitel, Prost bleef met lege handen achter. Sabbatical
Wegens Senna's radicale actie kreeg Prost voor het eerst sinds zijn
ellenlange strijd met de Braziliaan de meerderheid van de sympathie
van de media. Prost oogde ontmoedigd, maar keerde in 1991 gewoon
terug op de grid. In dat jaar kon de Fransman het wegens een
ondermaats presterende Ferrari echter niet opnemen tegen zijn
rivalen in hun Williams- en McLaren-bolides. Ferrari's 642-wagen
was zó traag, dat deze halverwege het seizoen werd vervangen door
de 643. De 643 was een verbetering, maar nog steeds geen winnaar.
Toch toonde Prost, ondanks dat hij aan zijn twaalfde seizoen in de
Formule 1 bezig was, opmerkelijke veerkracht en snelheid. Hij
maakte gehakt van zijn nieuwe, veelbelovende teamgenoot Jean Alesi.
Ondanks dat Prost het maximale uit de Ferrari 642/643 haalde, werd
hij na de Grand Prix van Japan door de Scuderia ontslagen omdat hij
openlijk kritiek had geuit op zijn auto. Prosts vroegtijdige
vertrek bij het uit Maranello zorgde ervoor dat hij het seizoen van
1992 vanaf de zijlijn bekeek. De Franse coureur testte de Ligier
JS37-Renault, maar bedankte vriendelijk. Ligier was verre van een
topteam en Prost zag het niet zitten om voor spek en bonen mee te
rijden. Vierde wereldtitel bij Williams en pensioen In 1993 tekende
Prost bij Williams. Hij kende een fantastisch seizoen en bezorgde
zijn nieuwe werkgever direct het kampioenschap. Daarnaast werd hij
de eerste coureur ooit die (meer dan) vijftig Grand
Prix-overwinningen behaalde. Ondanks dat werd Prost met regelmaat
negatief weggezet door de (Britse) media. Dat kwam onder meer
doordat de Fransman zowel cultheld Mansell als nieuwkomer Damon
Hill op het circuit te kakken zette én hij op zijn oude dag de
o-zo-populaire Senna aftroefde. Hoewel het Prost was die fenomenaal
presteerde in '93, werd de officiële Formule 1-videoreview getiteld
met 'Senna Fights Back', één van de vele voorbeelden waarin
duidelijk wordt dat Prost niet altijd de credits kreeg die hij
verdiende. Toen Sir Frank Williams onthulde dat
Williams-motorleverancier Renault Senna wilde voor 1994, besloot
Prost zijn helm aan de wilgen te hangen, en dat terwijl hij een
contract had voor '94. Prost vertelde schrijver Maurice Hamilton
dat hij geen zin had in een nieuw partnerschap met Senna. Dat was
omdat hij in hun McLaren-periode het merendeel van het testwerk
deed. Als hij niet testte, deed hij promotioneel werk, terwijl
Senna aan het rusten was. Daarnaast zat hij er ook niet op te
wachten dat de media hem opnieuw zouden aanvallen. Prosts reputatie
werd verder geschaad door zijn overname en herpositionering van het
Ligier F1-team, dat uiteindelijk roemloos ten onder ging vanwege
het gebrek aan beloofde financiering. Ook gedurende zijn
betrokkenheid in de Formule E en in zijn periode als adviseur bij
het Renault F1-team (2017-2022) wist hij geen potten te breken.
Maar de cijfers liegen er niet om: Prost is één van de grootste
Formule 1-prominenten aller tijden.
