BMW Sauber, het team dat de F1-wereldtitel had moéten winnen in 2008
Bayerische Motoren Werke, beter bekend als BMW, keerde in 2000
terug in de Formule 1. De Duitse autogigant werd motorleverancier
en naamsponsor van Williams. Al tijdens de seizoensopener in
Melbourne werd er succes geboekt: Ralf Schumacher werd derde in de
Williams FW22 met de BMW E41/4 V10-motor. Het BMW Williams F1 Team
sloot het seizoen met drie podiumplaatsen af op een keurige derde
plaats, achter Ferrari en McLaren. In de jaren die volgden groeide
het succes voor BMW. In 2001 scoorde Schumacher drie overwinningen
en ook Juan Pablo Montoya hengelde een overwinning binnen voor het
de Britse renstal. Ook in 2002, 2003 en 2004 werden er races
gewonnen. In 2005 ging het een stuk minder en naarmate het seizoen
vorderde liep de samenwerking tussen Williams en de Duitse
motorleverancier spaak. Bij BMW besloot men echter niet de stekker
uit het F1-project te trekken. In tegenstelling tot alle
verwachtingen pakte BMW volle bak door. Het bedrijf uit Bayern
kocht het kleine F1-team van Sauber en stationeerde zich in Hinwil,
de Zwitserse thuishaven van het team. BMW Sauber F1 Team Ondanks
dat het team volledig eigendom van BMW werd, bleef het 'Sauber'
gebruiken in haar naam. De teamnaam werd: BMW Sauber F1 Team. Dit
uit respect voor de grote naam die voormalig teameigenaar Peter
Sauber op had gebouwd in de autosport. Terwijl BMW haar motoren
bleef produceren in München, bouwde het haar auto's in de
voormalige Sauber-fabriek in Zwitserland, welke flink op de schop
ging. Tijdens de dertiende ronde van haar eerste seizoen als
fabrieksteam scoorde BMW haar eerste podiumplaats. Een sprookje,
want dat deed het team met een coureur uit eigen land: de Duitser
Nick Heidfeld bracht zijn BMW Sauber F1.06 als derde over de
eindstreep tijdens de Hongaarse Grand Prix. Dié Hongaarse Grand
Prix was anderzijds ook een tegenvaller. De jonge Robert Kubica
maakte zijn Grand Prix-debuut, als vervanger van de uit de laan
gestuurde Jacques Villeneuve. Kubica finishte knap als zevende,
maar werd later gediskwalificeerd omdat het gewicht in zijn auto
niet correct zou zijn. De Pool scoorde twee races daarna alsnog
zijn eerste F1-punten en ook direct een podiumplaats: in Monza
sleepte hij de derde plaats binnen voor BMW. Ook in 2007 kende BMW
Sauber een prima jaar. Het team werd - mede door de diskwalificatie
van McLaren - tweede in het constructeurskampioenschap en scoorde
nagenoeg ieder Grand Prix-weekend punten. De enige grote
tegenvaller dat jaar vond plaats in Montreal, waar Kubica een
horrorcrash beleefde. De Poolse coureur kwam echter met de schrik
vrij en hoefde slechts één race vanaf de zijlijn te kijken.
Sebastian Vettel verving hem tijdens die Grand Prix (in de
Verenigde Staten). Bekijk hieronder het fragment van de crash van
Kubica. De tekst gaat daarna verder. Hoogtepunten 2008 moest hét
jaar worden voor BMW. Lange tijd leek het er ook op dat dat het
geval was. In de eerste negen races scoorde het team zeven
podiumplaatsen. Het absolute hoogtepunt kwam in Canada, waar Kubica
won op het circuit waar hij een jaar eerder nog zo hard crashte.
Het feest werd compleet doordat Heidfeld tweede werd en BMW zo haar
eerste 1-2 ooit bezorgde. Die eerste 1-2 was echter ook gelijk
BMW's laatste. Sterker nog: Kubica bracht BMW haar eerste en enige
F1-zege als fabrieksteam. Naarmate het seizoen vorderde ging het
bergafwaarts met het Duitse team. Dit kwam doordat BMW te midden
van het seizoen de focus in de fabriek besloot te verleggen op de
ontwikkeling van haar 2009-bolide, tot groot ongenoegen van Kubica,
die op dat moment het kampioenschap leidde. De auto van 2008 werd
dus niet verder doorontwikkeld, waardoor McLaren en Ferrari BMW
voorbijgingen qua prestaties. Kubica en Heidfeld scoorden nog een
aantal podiumplaatsen, maar konden niet opboksen tegen hun rivalen.
BMW werd uiteindelijk derde bij de constructeurs. Zou het dan in
2009 allemaal samenvallen voor de Duitsers? Roemloos ten onder Het
antwoord was nee. Sterker nog: BMW ging roemloos ten onder. De
kredietcrisis raakte het team én BMW zelf hard op financieel
gebied, maar de prestaties op het circuit waren ook niet al te
best. De eerste race in Australië, het nieuwe moment van de
waarheid, werd afgesloten met nul punten en een harde klapper van
Kubica en Vettel, die bij Red Bull reed, in de slotfase. Het moet
gezegd: Kubica lag tot en met dat moment op puntenkoers en had
wellicht zelfs een podium kunnen scoren. Brawn GP was echter veel
sneller door een geniale uitvinding: de dubbele diffuser. Dat
podium kwam er alsnog tijdens de knotsgekke, verregende tweede race
in Maleisië, Heidfeld eindigde als tweede in een sessie vol rode
vlaggen en incidenten, maar daarna ging het snel bergafwaarts. BMW
kon het tempo van Brawn GP en Red Bull ruimschoots niet volgen en
moest soms zelfs honderd seconden(!) toegeven op de streep. Een
sterke eindfase van het seizoen, Kubica finishte op het podium in
Brazilië, deed niets af aan het feit dat 2009 een finale mislukking
was voor BMW Sauber. Het resultaat: geen titel in 2008 én geen
titel in 2009. BMW besloot vanwege de dramatische prestaties, en
vanwege de kredietcrisis, de stekker uit het Formule 1-project te
trekken en vertrok zo met de staart tussen de benen uit de
koningsklasse van de autosport. Wellicht had er een wereldtitel
ingezeten als het team de ontwikkeling had voortgezet in 2008. We
zullen het nooit weten...
terug in de Formule 1. De Duitse autogigant werd motorleverancier
en naamsponsor van Williams. Al tijdens de seizoensopener in
Melbourne werd er succes geboekt: Ralf Schumacher werd derde in de
Williams FW22 met de BMW E41/4 V10-motor. Het BMW Williams F1 Team
sloot het seizoen met drie podiumplaatsen af op een keurige derde
plaats, achter Ferrari en McLaren. In de jaren die volgden groeide
het succes voor BMW. In 2001 scoorde Schumacher drie overwinningen
en ook Juan Pablo Montoya hengelde een overwinning binnen voor het
de Britse renstal. Ook in 2002, 2003 en 2004 werden er races
gewonnen. In 2005 ging het een stuk minder en naarmate het seizoen
vorderde liep de samenwerking tussen Williams en de Duitse
motorleverancier spaak. Bij BMW besloot men echter niet de stekker
uit het F1-project te trekken. In tegenstelling tot alle
verwachtingen pakte BMW volle bak door. Het bedrijf uit Bayern
kocht het kleine F1-team van Sauber en stationeerde zich in Hinwil,
de Zwitserse thuishaven van het team. BMW Sauber F1 Team Ondanks
dat het team volledig eigendom van BMW werd, bleef het 'Sauber'
gebruiken in haar naam. De teamnaam werd: BMW Sauber F1 Team. Dit
uit respect voor de grote naam die voormalig teameigenaar Peter
Sauber op had gebouwd in de autosport. Terwijl BMW haar motoren
bleef produceren in München, bouwde het haar auto's in de
voormalige Sauber-fabriek in Zwitserland, welke flink op de schop
ging. Tijdens de dertiende ronde van haar eerste seizoen als
fabrieksteam scoorde BMW haar eerste podiumplaats. Een sprookje,
want dat deed het team met een coureur uit eigen land: de Duitser
Nick Heidfeld bracht zijn BMW Sauber F1.06 als derde over de
eindstreep tijdens de Hongaarse Grand Prix. Dié Hongaarse Grand
Prix was anderzijds ook een tegenvaller. De jonge Robert Kubica
maakte zijn Grand Prix-debuut, als vervanger van de uit de laan
gestuurde Jacques Villeneuve. Kubica finishte knap als zevende,
maar werd later gediskwalificeerd omdat het gewicht in zijn auto
niet correct zou zijn. De Pool scoorde twee races daarna alsnog
zijn eerste F1-punten en ook direct een podiumplaats: in Monza
sleepte hij de derde plaats binnen voor BMW. Ook in 2007 kende BMW
Sauber een prima jaar. Het team werd - mede door de diskwalificatie
van McLaren - tweede in het constructeurskampioenschap en scoorde
nagenoeg ieder Grand Prix-weekend punten. De enige grote
tegenvaller dat jaar vond plaats in Montreal, waar Kubica een
horrorcrash beleefde. De Poolse coureur kwam echter met de schrik
vrij en hoefde slechts één race vanaf de zijlijn te kijken.
Sebastian Vettel verving hem tijdens die Grand Prix (in de
Verenigde Staten). Bekijk hieronder het fragment van de crash van
Kubica. De tekst gaat daarna verder. Hoogtepunten 2008 moest hét
jaar worden voor BMW. Lange tijd leek het er ook op dat dat het
geval was. In de eerste negen races scoorde het team zeven
podiumplaatsen. Het absolute hoogtepunt kwam in Canada, waar Kubica
won op het circuit waar hij een jaar eerder nog zo hard crashte.
Het feest werd compleet doordat Heidfeld tweede werd en BMW zo haar
eerste 1-2 ooit bezorgde. Die eerste 1-2 was echter ook gelijk
BMW's laatste. Sterker nog: Kubica bracht BMW haar eerste en enige
F1-zege als fabrieksteam. Naarmate het seizoen vorderde ging het
bergafwaarts met het Duitse team. Dit kwam doordat BMW te midden
van het seizoen de focus in de fabriek besloot te verleggen op de
ontwikkeling van haar 2009-bolide, tot groot ongenoegen van Kubica,
die op dat moment het kampioenschap leidde. De auto van 2008 werd
dus niet verder doorontwikkeld, waardoor McLaren en Ferrari BMW
voorbijgingen qua prestaties. Kubica en Heidfeld scoorden nog een
aantal podiumplaatsen, maar konden niet opboksen tegen hun rivalen.
BMW werd uiteindelijk derde bij de constructeurs. Zou het dan in
2009 allemaal samenvallen voor de Duitsers? Roemloos ten onder Het
antwoord was nee. Sterker nog: BMW ging roemloos ten onder. De
kredietcrisis raakte het team én BMW zelf hard op financieel
gebied, maar de prestaties op het circuit waren ook niet al te
best. De eerste race in Australië, het nieuwe moment van de
waarheid, werd afgesloten met nul punten en een harde klapper van
Kubica en Vettel, die bij Red Bull reed, in de slotfase. Het moet
gezegd: Kubica lag tot en met dat moment op puntenkoers en had
wellicht zelfs een podium kunnen scoren. Brawn GP was echter veel
sneller door een geniale uitvinding: de dubbele diffuser. Dat
podium kwam er alsnog tijdens de knotsgekke, verregende tweede race
in Maleisië, Heidfeld eindigde als tweede in een sessie vol rode
vlaggen en incidenten, maar daarna ging het snel bergafwaarts. BMW
kon het tempo van Brawn GP en Red Bull ruimschoots niet volgen en
moest soms zelfs honderd seconden(!) toegeven op de streep. Een
sterke eindfase van het seizoen, Kubica finishte op het podium in
Brazilië, deed niets af aan het feit dat 2009 een finale mislukking
was voor BMW Sauber. Het resultaat: geen titel in 2008 én geen
titel in 2009. BMW besloot vanwege de dramatische prestaties, en
vanwege de kredietcrisis, de stekker uit het Formule 1-project te
trekken en vertrok zo met de staart tussen de benen uit de
koningsklasse van de autosport. Wellicht had er een wereldtitel
ingezeten als het team de ontwikkeling had voortgezet in 2008. We
zullen het nooit weten...
