Woedende teambaas straft zijn F1-coureurs: "Ik ging volledig door het lint"
Van 1991 tot en met 2005 stond Eddie Jordan met zijn team, Jordan
Grand Prix, op de grid van de Formule 1. Jordan was aan het einde
van 1979 zijn eigen raceteam begonnen toen hij in financieel zwaar
weer zat. In 1991 was het zover en werd de koningsklasse aangedaan,
waarbij Gary Anderson werd ingehuurd als hoofdontwerper. In 1997
reden Ralf Schumacher en Giancarlo Fisichella voor het team.
Tijdens de Grand Prix van Luxemburg, op de Nurburgring, crashten de
teamgenoten, samen met de Ferrari van Michael Schumacher, nadat ze
respectievelijk als P4 en P8 de race mochten aanvangen. Hier was
teambaas Jordan absoluut niet over te spreken, laat hij nu in zijn
podcast Formula For Success , weten. Samen met David Coulthard
bespreekt hij het moment dat hij 'helemaal door het lint ging': "De
auto uit 1997 was bijzonder sterk en ik kreeg de indruk dat toen
Giancarlo op de tweede plek lag, hij niet bereid was deze op te
geven voor Ralf omdat hij veel sneller was. En hij kwam bij de
haarspeldbocht en ze raakten elkaar." Geen hoogtepunt uit zijn
carrière, om zacht uit te drukken: "Ik ging helemaal door het lint.
Zelfs het meest liberale land ter wereld zou hebben gecensureerd
wat ik had gezegd, zo gemeen was ik tegen ze. Ik zei tegen ze dat
ze twee totale w*nkers waren. Ik zei dat ze het niet verdienden om
in de auto te zitten en dat ik ze zou ontslaan zodra ik de auto's
terugkreeg." "De ergernis die ze het team onnodig bezorgden" "Ik
kalmeerde wel, maar ik heb er nooit de grap van ingezien, want in
mijn optiek heeft het ons veel gekost." Het team had namelijk op
dat moment nog geen overwinning behaald, en leek tijdens de GP in
Luxemburg in eerste instantie kans te maken. Als straf moesten Ralf
en Giancarlo naar de fabriek komen. "Ik liet ze een week in de
fabriek zitten terwijl ze de auto's in de garage repareerden. Ik
zorgde er voor dat ze naar Engeland kwamen en dat ze evenveel uren
moesten maken als de monteurs, want ik wilde dat ze zagen hoeveel
pijn ze de rest van het team hadden aangedaan." "En dan heb ik het
nog niet eens over de financiële stress of pijn, maar gewoon de
ergernis die ze het team onnodig bezorgden", zo sluit de voormalig
teambaas af.
Grand Prix, op de grid van de Formule 1. Jordan was aan het einde
van 1979 zijn eigen raceteam begonnen toen hij in financieel zwaar
weer zat. In 1991 was het zover en werd de koningsklasse aangedaan,
waarbij Gary Anderson werd ingehuurd als hoofdontwerper. In 1997
reden Ralf Schumacher en Giancarlo Fisichella voor het team.
Tijdens de Grand Prix van Luxemburg, op de Nurburgring, crashten de
teamgenoten, samen met de Ferrari van Michael Schumacher, nadat ze
respectievelijk als P4 en P8 de race mochten aanvangen. Hier was
teambaas Jordan absoluut niet over te spreken, laat hij nu in zijn
podcast Formula For Success , weten. Samen met David Coulthard
bespreekt hij het moment dat hij 'helemaal door het lint ging': "De
auto uit 1997 was bijzonder sterk en ik kreeg de indruk dat toen
Giancarlo op de tweede plek lag, hij niet bereid was deze op te
geven voor Ralf omdat hij veel sneller was. En hij kwam bij de
haarspeldbocht en ze raakten elkaar." Geen hoogtepunt uit zijn
carrière, om zacht uit te drukken: "Ik ging helemaal door het lint.
Zelfs het meest liberale land ter wereld zou hebben gecensureerd
wat ik had gezegd, zo gemeen was ik tegen ze. Ik zei tegen ze dat
ze twee totale w*nkers waren. Ik zei dat ze het niet verdienden om
in de auto te zitten en dat ik ze zou ontslaan zodra ik de auto's
terugkreeg." "De ergernis die ze het team onnodig bezorgden" "Ik
kalmeerde wel, maar ik heb er nooit de grap van ingezien, want in
mijn optiek heeft het ons veel gekost." Het team had namelijk op
dat moment nog geen overwinning behaald, en leek tijdens de GP in
Luxemburg in eerste instantie kans te maken. Als straf moesten Ralf
en Giancarlo naar de fabriek komen. "Ik liet ze een week in de
fabriek zitten terwijl ze de auto's in de garage repareerden. Ik
zorgde er voor dat ze naar Engeland kwamen en dat ze evenveel uren
moesten maken als de monteurs, want ik wilde dat ze zagen hoeveel
pijn ze de rest van het team hadden aangedaan." "En dan heb ik het
nog niet eens over de financiële stress of pijn, maar gewoon de
ergernis die ze het team onnodig bezorgden", zo sluit de voormalig
teambaas af.
