Groot Viaplay-nieuws over F1 in Nederland: aandeelhouders vellen definitief oordeel

Begin december maakte Viaplay verregaande maatregelen bekend om het
bedrijf weer in de lift te krijgen. De Scandinavische
streamingsdienst kende een lastige periode en vertrok daarom uit
verschillende landen. Sinds juli werd ongeveer dertig procent van
het werknemersbestand ontslagen en vanaf het nieuwe jaar gaat de
focus uitsluitend op Scandinavië én Nederland, waar de doelen wel
behaald worden. Viaplay bezit in Nederland de uitzendrechten van
onder meer de Formule 1, de Premier League, de Bundesliga en de
Professional Darts Corporation (PDC). Volgens het bedrijf
'waarborgt Nederland de winstgevendheid en voegt het verdere waarde
toe voor de sportabonnees en F1-fans.' De afgelopen maanden heeft
het bedrijf achter de schermen een nieuwe strategie
geïmplementeerd, waarmee veel kosten bespaard moeten worden. Het
bedrijf vertrekt uiteindelijk definitief uit Groot-Brittannië, de
Baltische Staten en Polen. Voor het eerstgenoemde land heeft
Viaplay al een koper gevonden, uiterlijk in de zomer van 2025
worden de andere markten verlaten. Alle maatregelen gingen gepaard
met een grote kapitaalinjectie, die deze ochtend in een belangrijke
aandeelhoudersvergadering werd besproken. De kapitaalinjectie zou
er namelijk voor zorgen dat de al uitgegeven aandelen minder waard
werden. Goedgekeurd De aandeelhouders zijn, in navolging van de
obligatiehouders eerder deze week, akkoord gegaan met de plannen
voor herkapitalisatie. Het Scandinavische bedrijf heeft alle
lichten nu dus op groen staan. Het betekent dat het bedrijf op de
korte termijn in ieder geval niet meer in zwaar weer zit en men nu
uit het dal kan kruipen. F1 zal dit jaar dus ook gewoon in
Nederland te zien zijn. Het contract voor de F1-uitzendrechten voor
de Nederlandse markt loopt eind dit jaar af. Viaplay zal dus een
nieuwe deal met F1 moeten sluiten als men de rechten wil behouden
voor 2025 en verder. Het bedrijf lijkt daar wel vol voor te willen
gaan, aangezien ze er alles aan doen om Nederland als enige markt
naast de Scandinavische en Finse markt te behouden.