Hoe Alpine de negatieve tendens moet doorbreken in 2024

Alpine heeft de ambitie om de Formule 1-wereld als topteam te
veroveren, maar kreeg dat de afgelopen jaren niet voor elkaar. Het
rommelde in het management van het Franse team en uiteindelijk is
er, net als bij Mercedes, op de technische afdeling flink wat
veranderd. Misschien kan Alpine een voorbeeld aan Ferrari nemen.
Daar is het na veel gedoe eindelijk rustig, mede omdat er in Fred
Vasseur een slimme teambaas werd aangesteld en ze nu klaar zijn om
de vruchten van de interne rust te plukken. Dat is precies de
positie waar Alpine zich ook in wil bevinden. Vergeet niet dat
Alpine één van de drie officiële fabrieksteams is, tenzij je Red
Bull naast Mercedes en Ferrari ook meetelt. Alpine zou dus optimaal
gebruik moeten maken van een aantal voordelen van een fabrieksteam.
Het team heeft echter harde lessen geleerd in 2023, maar aan het
einde van het jaar waren er tekenen dat de nieuwe teambaas, Bruno
Famin, wel voor positieve veranderingen zorgde. 2024 wordt een
grote test voor Alpine, maar waar ging het vorig jaar toch mis? Het
management Het lijkt er soms op dat Alpine vooroploopt als het om
politiek gaat. De hoge heren horen graag het zogenaamde
vijfjarenplan van Alpine aan, maar realiseren zich soms niet dat
het langer duurt om aan de top terug te keren wanneer je het gehele
team en de cultuur moet veranderen. Succes in de Formule 1 is
anders dan in elke andere sport. Een beslissing kan jaren later
ernstige gevolgen hebben en stabiliteit lijkt de doorslaggevende
factor te zijn. Het vertrek van teambaas Otmar Szafnauer in 2023
was daarom schokkend. Het bestuur was het niet eens met zijn visie
om het team stap voor stap op te bouwen. Een vertrekkende teambaas
is niet fijn gedurende het seizoen, maar Alpine zag ook de CEO
Laurent Rossi, sportief directeur Alan Permane en Chief Technical
Officer Pat Fry vertrekken. Dat zijn vier van de vijf hoogste
personeelsleden die in een paar weken tijd afzwaaien. Fry gaf later
in een interview overigens aan dat het bestuur niet van plan was om
het team verder dan de vierde plaats te leiden. Het siert Bruno
Famin wel dat hij halverwege het seizoen interim-teambaas werd en
Alpine door de chaos leidde. Famin is een motorfanaat en het lijkt
erop dat de term 'interim' binnenkort uit zijn functieomschrijving
geschrapt gaat worden. Die rust moet voor betere prestaties zorgen.
De tekst gaat verder onder de afbeelding. Chassis en upgrades Als
het op het chassis en upgrades aankwam, slaagde Alpine er in 2022
in om een redelijke ground effect -auto te bouwen. Esteban Ocon en
Fernando Alonso wisten aardige resultaten te behalen en het team
eindigde op de vierde plaats in het constructeurskampioenschap.
Toch was het geen moment rustig, want Alonso zorgde voor ophef door
naar Aston Martin te vertrekken en reservecoureur Oscar Piastri
besloot in een soap om naar McLaren te gaan. Uiteindelijk werd de
A522 redelijk doorontwikkeld, maar de auto voor 2023 was vanaf het
eerst moment niet heel competitief. De prestaties waren
wisselvallig en Ocon en nieuwkomer Pierre Gasly voelden zich niet
comfortabel in de auto. Upgrades werkten niet naar behoren en het
team werd voorbijgestreefd door McLaren en Aston Martin. Alpine zou
zesde worden en zich in niemandsland bevinden. Aston Martin
eindigde als vijfde met 280 punten, Alpine als zesde met 120
punten. Het gat naar de nummer zeven, Williams, was wel
ongelofelijk groot, waardoor Alpine eigenlijk het enige team in het
middenveld was. Feit is dus dat Alpine verbeteringen aan het
chassis door moet voeren. Technisch directeur Matt Harman gaf al
aan dat de A524 van voor tot achter nieuw is. Het is voor Ocon en
Gasly te hopen dat de auto voorspelbaarder reageert. De krachtbron
Alpine verdient wel complimenten hoe ze met de chaos van de zomer
zijn omgegaan. De vierde plaats van Ocon in Las Vegas was vrij
indrukwekkend te noemen, want de Alpine ging als een tierelier op
het ellenlange rechte stuk op de Strip. En dat was een verrassing,
want tijdens de Grand Prix van Italië, alom bekend als dé GP waar
motorvermogen belangrijk, zat er niet meer dan een vijftiende
plaats en een uitvalbeurt in. Het probleem van de Alpine-krachtbron
is dat hij minder vermogen heeft als je deze met de concurrentie
vergelijkt. In de F1 is op dit moment een engine freeze van kracht,
waardoor het niet mogelijk is om de prestaties te verbeteren. Het
Franse team nam risico's door in 2022 het concept van motor te
veranderen en zo meer vermogen uit de krachtbron te peuren. De
2022-motor had echter veel waterlekken en was vooral voor Alonso
een bron van frustratie. Zijn vertrek kwam daarom niet uit de lucht
vallen. Het team ging hard aan de slag om de betrouwbaarheid te
verbeteren, maar kwam er toen achter dat de krachtbron nog steeds
bij de concurrentie achterblijft. Nu ze de motor alleen nog qua
betrouwbaarheid mogen ontwikkelen, ligt er een belangrijke taak om
de auto zodanig te verbeteren, dat het een tekort aan motorvermogen
compenseert. Alpine moet het pakket zodanig verbeteren dat de auto
gemiddeld goed genoeg is om iedere race mee te strijden. Dat de GP
van Italië dan misschien wat minder gaat, moet het team voor lief
nemen.