Mercedes-kopstuk ziet duidelijk verbeterpunt: "Dan kunnen we wat aanpakken"
2024 lijkt opnieuw niet het jaar te worden voor Mercedes. Sinds de
invoering van de nieuwe regels in 2022 die ervoor zorgden dat het
ground-effect terugkeerde in de Formule 1, heeft het team uit
Brackley geen wagen meer kunnen bouwen die structureel om de
overwinningen mee kan vechten. De laatste overwinning van Lewis
Hamilton dateert uit 2021, George Russell wist de enige Grand
Prix-overwinning voor Mercedes met de huidige regelgeving te
pakken: hij was de overwinnaar tijdens de Grand Prix van Brazilië
in 2022. Een van de problemen waar Mercedes al een tijdje mee
kampt, is dat de gegevens uit de simulator niet overeenkomen met
wat de auto op de baan laat zien. James Allison, technisch
directeur bij de Zilverpijlen, gaat daar nu dieper op in. "Er zijn
altijd correlatieproblemen tussen wat je ziet in de fabriek en op
de baan, in elk jaar en bij elk team. De fabriek is namelijk een
soort verkleinde versie van de werkelijkheid. Het is niet hetzelfde
als het besturen van een echte auto op een echt circuit met alle
oneindige details en bijbehorende complexiteit." 'Verschillen
dichter bij elkaar brengen' "Hier op de fabriek heb je
vereenvoudigde modellen en die hebben invloed om je de ene of de
andere kant op te sturen. Maar ze hebben allemaal hun
tekortkomingen. In grote lijnen zijn de modellen en de
simulatietools die we hebben verbazingwekkend goed om ons op het
rechte pad te houden en ons meer rondetijd te geven. Het venijn zit
hem altijd in de details", aldus het ervaren Mercedes-kopstuk. Toch
ziet Allison dat er nog verbeterslagen te maken zijn. "Op het
gebied van de balans tussen de hoge- en de lagesnelheidsbochten
kunnen we nog wat verbeteringen gebruiken in de modellen. We zien
daarin een verschil tussen wat we op het circuit zien en wat we in
de virtuele wereld zien. En als we deze verschillen dichter bij
elkaar kunnen brengen, dan kunnen we nauwkeuriger zijn met de
voorspellingen die we hier in de fabriek maken. En dan kunnen we de
dingen aanpakken waarvan we denken dat ze de auto tegenhouden", zo
sluit Allison af.
invoering van de nieuwe regels in 2022 die ervoor zorgden dat het
ground-effect terugkeerde in de Formule 1, heeft het team uit
Brackley geen wagen meer kunnen bouwen die structureel om de
overwinningen mee kan vechten. De laatste overwinning van Lewis
Hamilton dateert uit 2021, George Russell wist de enige Grand
Prix-overwinning voor Mercedes met de huidige regelgeving te
pakken: hij was de overwinnaar tijdens de Grand Prix van Brazilië
in 2022. Een van de problemen waar Mercedes al een tijdje mee
kampt, is dat de gegevens uit de simulator niet overeenkomen met
wat de auto op de baan laat zien. James Allison, technisch
directeur bij de Zilverpijlen, gaat daar nu dieper op in. "Er zijn
altijd correlatieproblemen tussen wat je ziet in de fabriek en op
de baan, in elk jaar en bij elk team. De fabriek is namelijk een
soort verkleinde versie van de werkelijkheid. Het is niet hetzelfde
als het besturen van een echte auto op een echt circuit met alle
oneindige details en bijbehorende complexiteit." 'Verschillen
dichter bij elkaar brengen' "Hier op de fabriek heb je
vereenvoudigde modellen en die hebben invloed om je de ene of de
andere kant op te sturen. Maar ze hebben allemaal hun
tekortkomingen. In grote lijnen zijn de modellen en de
simulatietools die we hebben verbazingwekkend goed om ons op het
rechte pad te houden en ons meer rondetijd te geven. Het venijn zit
hem altijd in de details", aldus het ervaren Mercedes-kopstuk. Toch
ziet Allison dat er nog verbeterslagen te maken zijn. "Op het
gebied van de balans tussen de hoge- en de lagesnelheidsbochten
kunnen we nog wat verbeteringen gebruiken in de modellen. We zien
daarin een verschil tussen wat we op het circuit zien en wat we in
de virtuele wereld zien. En als we deze verschillen dichter bij
elkaar kunnen brengen, dan kunnen we nauwkeuriger zijn met de
voorspellingen die we hier in de fabriek maken. En dan kunnen we de
dingen aanpakken waarvan we denken dat ze de auto tegenhouden", zo
sluit Allison af.
