De paddock in een parkeergarage en overal inschikken: racen in Monaco is passen en meten

Drie stoeptegels. Meer ruimte is er op sommige plekken niet tussen het water in de haven van Monaco en de achterkant van de vangrail.
Wie op het verkeerde moment op zijn telefoon kijkt tijdens het lopen, kan tijdens een rondje langs de baan zo van de kade af vallen. Zaterdag is er geen journalist of fotograaf met een nat pak terug in de perskamer gekomen, maar dat is weleens gebeurd, klinkt het.
Op de baan telt voor de coureurs elke millimeter tot de vangrail, maar ook daaromheen is het knokken voor elk stukje beschikbare ruimte in het op één na kleinste land ter wereld, na Vaticaanstad, van twee vierkante kilometer.
Rond Port Hercule, de iconische haven waar de grootste en duurste jachten liggen, is geen stuk land te vinden dat niet wordt gebruikt voor de grand prix.
Het pas niet en toch past het
De kraan die auto's moet wegtakelen als er in de chicane bij het zwembad iemand crasht, staat op het laatste strookje tussen de baai, de paddock, de tribunes en het circuit.
De Grand Prix van Monaco in één beeld: eigenlijk past het niet en toch past het.
De laatste jaren staat de grand prix onder druk. De FOM (de organisator van de Formule 1) wil meer geld van de lokale organisatoren en de doorgaans saaie races op zondag zijn aan vernieuwing toe, zeggen criticasters.
McLaren-rijder Lando Norris is het daar niet mee eens. "Mensen zijn tegenwoordig misschien ongeduldiger, maar het is hier even speciaal als het altijd was. Voor alle teams en coureurs."
Daniel Ricciardo (RB) denkt er net zo over. "Dit evenement, elke dag aankomen per boot... Het gevoel dat daarbij hoort, daar krijg ik nooit genoeg van."
Racen aan de Middellandse Zee is een logistieke puzzel waarvan half februari de eerste stukjes al op de goede plek worden gelegd. Ruim twee maanden later is de stadstaat klaar voor de E-prix, de race van de elektrische raceklasse Formule E, gevolgd door de historische grand prix.
En dan arriveert de Formule 1. Overal ter wereld bouwen de teams in een paar dagen tijd een half dorp op, zeker in Europa worden hospitality's neergezet die niet onderdoen voor een familiewoning.
Drijvend huis
Red Bull Racing pakt het in Monaco jaar in, jaar uit nog groter aan. Vanuit Italië wordt een enorm ponton aan het begin van de F1-week de haven ingevaren. De jachten maken even plaats tot het fundament van het Red Bull-huis op zijn plek ligt.
Binnen de kortste keren bouwt het team het onderkomen op voor de coureurs en talloze gasten. Onafgebroken klinkt er muziek, wordt er koffie gedronken en geborreld op het terras. Tot een paar jaar terug was er zelfs een zwembad op het dak.
In de nauwe paddock op de kade, waar de andere negen teams hun 'huis' hebben neergezet, is het ook dringen geblazen. Op andere circuits verplaatsen coureurs zich op elektrische stepjes, hier hangt een bordje dat die verboden zijn.
Het terrein is smal, de kans op ongelukken groot en het aantal toegangspoortjes beperkt, terwijl haast geen enkele andere grand prix zoveel journalisten, VIP's en andere genodigden aantrekt.
Het circus gaat de hele dag door, tot uren na de kwalificatie als het circuit tussen het zwembad en de laatste bocht verandert in een club.
De baan waar Charles Leclerc om 17 uur pole position veroverde is vanaf 19.30 uur weer open voor publiek en verkeer. Liefhebbers zoeken stukjes rubber, als souvenir voor thuis, langs het casino rijdt bus 600 gewoon weer zijn normale route tussen Nice en Menton.
Toch is er in Monaco ook best een rustige plek te vinden. Helemaal aan het einde van de paddock wijst een bordje naar een uitzichtpunt bij het Théâtre du Fort Antoine. Daar kun je in alle rust bijkomen van de hectiek van beneden en genieten van het uitzicht.
Ook daarboven drukt de F1 nog zijn stempel op het land. Aan de voet van de heuvel staat een rijtje voertuigen op het slingerweggetje langs de rotsen: hoogwerkers, vorkheftrucks en een kleine vrachtwagens. De organisatie moet ze ergens kwijt in een land dat je grotendeels in één oogopslag kunt zien.
Honderd meter verderop is een parkeergarage, die dient als paddock voor de Formule 2. Op de meeste circuits hebben de teams hun onderkomen vlak bij de F1-renstallen, maar in Monaco was daar echt geen plek meer voor bij de pitstraat.
Racen in Monaco is even absurd als bijzonder. Bij de coureurs roept het een gevoel op dat Ricciardo als beste omschrijft.
"Ik voel vlinders in mijn buik als ik eraan denk dat ik hier weer mag rijden. Dat gevoel heb ik nergens anders."

Top Headlines

Oudere Top Headlines