Het hoofdpijndossier waar de F1-teams zich over buigen richting 2026

Het F1-reglement voor 2026 is een ingrijpende evolutie ten opzichte
van het huidige reglement. Je zou het zelfs extreem kunnen opvatten
en kunnen spreken van een echte revolutie. Het enige dat niet
verandert, is het feit dat de auto's nog steeds met ground effect
zullen werken, maar dit zal beduidend minder krachtig zijn dan nu.
Dit betekent dat de aerodynamica van de auto's in 2026, afgezien
van het feit dat de algehele downforce met ongeveer dertig procent
wordt teruggebracht en de luchtweerstand wordt gehalveerd,
gebaseerd zal zijn op wezenlijk andere parameters dan die van de
huidige generatie. Qua omvang zullen de auto's korter zijn, met een
wielbasis die is teruggebracht tot 3400 mm in maximale lengte
vergeleken met de huidige 3600 mm. De auto's zullen 10 centimeter
smaller zijn - 190 cm vergeleken met de huidige twee meter. De
vloer wordt ook smaller, van de huidige 1600 mm naar 1500 mm
maximale breedte. Niet minder belangrijk is de gewichtsvermindering
van 30 kg, van de huidige 798 kg naar 768 kg. Iets waar de coureurs
nog niet helemaal tevreden mee zijn. De combinatie van deze
veranderingen heeft ten minste twee effecten - een betere handling
van de auto's, die reactiever zullen zijn dan nu, maar ook een
vermindering van de downforce die wordt gegenereerd door de
carrosserie van de auto, en met name door de vloer. Actieve
aerodynamica In wezen zullen de auto's minder stijf zijn, of in
ieder geval zullen de aerodynamische prestaties minder afhankelijk
zijn van de rijhoogte die wordt aangenomen. Maar de echte
revolutie, waardoor we kunnen spreken van 2.0 aerodynamica, is de
komst van actieve aerodynamica voor de voor- en achtervleugels.  In
de praktijk zullen coureurs het gebruik van de bewegende elementen
van de voorvleugel en die van de achtervleugel kunnen variëren,
waardoor ze op de rechte stukken van een de ene configuratie (Z)
naar de andere configuratie (X) gaan, de luchtweerstand én
downforce verminderen en zo de topsnelheid verhogen. Dit systeem
zal effectiever zijn dan DRS, maar met 'Manual Override Mode' ter
vervanging van DRS als primair inhaalhulpmiddel, zal actieve
aerodynamica niet de beperkingen hebben die DRS op dit moment wel
heeft. Het objectieve feit is dat de prestaties afhangen van hoe de
actieve aerodynamica, die door de individuele teams wordt
bestudeerd, effectief samengaat met het dynamische en
aerodynamische concept van de auto. De introductie van actieve
aerodynamische elementen vereist zorgvuldige bestudering door de
ontwerpers om de beste integratie tussen de twee configuraties (Z
en X) te vinden. In essentie is het te verwachten dat de nieuwe
benadering van aerodynamica, in tegenstelling tot de verwachtingen
van een gelijker speelveld, kan leiden tot aanzienlijke
prestatieverschillen, afhankelijk van de nauwkeurigheid van de
studie die door elk team wordt uitgevoerd. Ontwerpers en teams met
meer ervaring en rekencapaciteit kunnen profiteren van voordelen
die vandaag de dag ondenkbaar zijn. De basis voor een succesvol
2026 wordt nu al gelegd.  Niet minder belangrijk zijn de
veranderingen die al enige tijd geleden zijn bekrachtigd met
betrekking tot de aandrijfeenheden. In feite gaat de sport veel
verder dan 'alleen' de toename van het elektrische vermogen. Dat
wordt ongeveer de helft van het totale vermogen. De introductie van
de 'Manual Override Mode' (die ongetwijfeld bekend zal staan als
MOM) zal coureurs een IndyCar-achtige push-to-pass inhaalhulp
bieden. Al met al zijn de wijzigingen aan de power-unit niet alleen
bedoeld om gunstige omstandigheden voor inhalen te creëren, maar
ook om uit veiligheidsoverwegingen plotselinge en gevaarlijke
vermogensverliezen van de auto's door voortijdig lege batterij
(clipping) te voorkomen. Het lijkt correct om te herhalen dat de
auto's van 2026 in ieder geval niet op afstand worden bestuurd om
de strijd op het circuit te vergroten.  Het is de moeite waard om
te benadrukken dat actieve aerodynamica een tot nu toe onontgonnen,
maar beslist fascinerend gebied van techniek is dat wordt toegepast
op wedstrijden. Nu zijn de IT-hulpmiddelen beschikbaar om het
effectief te maken, waarbij de waarden van extreme competitie, die
typerend is voor de Formule 1, onveranderd blijven, zonder dat het
risico bestaat dat het een factor van technische doping wordt.