Max openhartig: 'Als je alles van tevoren zou weten, zou dat erg saai zijn'

Terwijl Max Verstappen zich opmaakt voor zijn eerste stint in de virtuele 24 Uur van Daytona, doet hij op het Twitch kanaal van Team Redline nog eerst een vraag en antwoord, waarbij fans hun vragen hebben kunnen insturen.
Max, hoe is het gekomen dat je een coureur wilde worden?
“Toen ik opgroeide, reed mijn vader natuurlijk in de Formule 1 en ik was bij testdagen en een paar Grands Prix. Ik was ook in Maleisië samen met mijn moeder. Dat soort herinneringen blijven je bij”, vertelt Max. “Mijn vader had destijds ook een kartteam, dus ik zag veel uit de racewereld. Ik wilde ook gaan karten en daar plezier hebben. Naarmate dat serieuzer werd, vraag je je af wat je kunt bereiken en of dat Formule 1 kan zijn. Het ging stap voor stap. Toen ik een jaar of negen was, kwam Formule 1 als doel in beeld.”
Wat zijn de grootste verschillen en overeenkomsten tussen simracen en de echte racewereld?
Max antwoordt: “Het grootste verschil is natuurlijk de g-krachten, die je in de echte auto wel hebt bij het remmen, versnellen en in de bochten. Dat voel je in een simulator niet. Ik rijd thuis op een statische sim, omdat de motion sims langzamer zijn. Maar als je het enigszins wilt nabootsen hoe het in het echt is, neem je een motion sim platform. De grootste overeenkomst is hoe je aan de afstelling van de auto en strategieën werkt. Voor mij komt het 90 tot 95 procent overeen.”
Je hebt door de jaren heen verschillende helmdesigns gehad. Wat is je favoriete?
Max: “De helm waarmee ik in mijn beginjaren in de karting mee reed. En ook mijn design van afgelopen jaar. Het zal dit jaar vergelijkbaar zijn, maar ietsjes anders. Dat is gewoon mijn eigen design en hoe mijn vader ook begon. Dat vind ik het mooiste, tamelijk basic. Ik ben teruggegaan naar het traditionele, old-school design, wat ik het mooiste vind.”
Max, hoe is het gekomen dat je een coureur wilde worden?
“Toen ik opgroeide, reed mijn vader natuurlijk in de Formule 1 en ik was bij testdagen en een paar Grands Prix. Ik was ook in Maleisië samen met mijn moeder. Dat soort herinneringen blijven je bij”, vertelt Max. “Mijn vader had destijds ook een kartteam, dus ik zag veel uit de racewereld. Ik wilde ook gaan karten en daar plezier hebben. Naarmate dat serieuzer werd, vraag je je af wat je kunt bereiken en of dat Formule 1 kan zijn. Het ging stap voor stap. Toen ik een jaar of negen was, kwam Formule 1 als doel in beeld.”
Wat zijn de grootste verschillen en overeenkomsten tussen simracen en de echte racewereld?
Max antwoordt: “Het grootste verschil is natuurlijk de g-krachten, die je in de echte auto wel hebt bij het remmen, versnellen en in de bochten. Dat voel je in een simulator niet. Ik rijd thuis op een statische sim, omdat de motion sims langzamer zijn. Maar als je het enigszins wilt nabootsen hoe het in het echt is, neem je een motion sim platform. De grootste overeenkomst is hoe je aan de afstelling van de auto en strategieën werkt. Voor mij komt het 90 tot 95 procent overeen.”
Je hebt door de jaren heen verschillende helmdesigns gehad. Wat is je favoriete?
Max: “De helm waarmee ik in mijn beginjaren in de karting mee reed. En ook mijn design van afgelopen jaar. Het zal dit jaar vergelijkbaar zijn, maar ietsjes anders. Dat is gewoon mijn eigen design en hoe mijn vader ook begon. Dat vind ik het mooiste, tamelijk basic. Ik ben teruggegaan naar het traditionele, old-school design, wat ik het mooiste vind.”