Waarom Jan met de Pet niet met een F1-auto kan rijden

Als jij als gewone sterveling door bizarre omstandigheden in de Red
Bull van Max Verstappen terecht komt en met je handen en voeten
exact dezelfde input geeft als de Nederlandse stercoureur, dan zou
je inderdaad net zo snel moeten kunnen gaan als de Nederlander.
Maar het besturen van een F1-auto is misschien meer te vergelijken
met het besturen van een ruimteschip dan met het besturen van een
gewone personenauto. En nee, daar willen we jouw kwaliteiten als
chauffeur op de Nederlandse wegen echt niet tekort mee doen. Een
Formule 1-auto is een precisie-instrument, tegenwoordig veel meer
nog dan in het verleden. Een instrument bovendien met meer functies
toeters en bellen dan een gemiddeld accordeon. Het leren begrijpen
én gebruiken van al die functies vraagt al om een weekje vakantie
bij de nonnen in Vught voor volledige focus. Maar ook als je de
bolide uitkleed tot een instrument met enkel pedalen en een stuur,
is het hoogst twijfelachtig of je een volledig rondje, op welk
willekeurig circuit dan ook, weet te voltooien. Puur praktisch
bekeken is het al maar de vraag of je in een Formule 1-auto past.
Een F1-cockpit wordt wereldwijd beschouwd als het krapste kantoor
om je beroep in uit te oefenen. Ben je te lang, dan kan je al een
streep zetten door je ambities om ergens een ronderecord te
vestigen. Ben je te breed, ook dan doe je er verstandig aan om
andere dromen na te streven. Fit genoeg? Eén en ander hangt ook
samen met de fitheid van de persoon in kwestie. Want er zijn heus
kansen om als gewone sterveling een F1-auto aan de tand te voelen.
Mensen met een goedgevulde portemonnee kunnen op bijvoorbeeld Paul
Ricard zich inschrijven voor een dag waarin men stapsgewijs
toewerkt naar een outing in de F1-bolide. Echter, dit wordt altijd
voorafgegaan door een medische keuring.  En dan is niet voor niks.
Het besturen van een F1-auto vraagt om kracht, en misschien nog wel
belangrijker, om een ongekende focus. De focus om de handelingen
die razendsnel op elkaar volgen, bij te kunnen benen. Niet zelden
geven mensen met geringe ervaring aan dat alles veel sneller
gebeurt dan het brein kan bevatten. De handelingssnelheid ligt
hoger dan de verwerkingssnelheid van de hersenen. Het gevolg is dat
je, vrij letterlijk, achter de feiten aanloopt, excuseer, achter de
feiten aan rijdt. Dat laatste is natuurlijk vooral van toepassing
op de extreem hoge snelheden waar F1-auto’s nu eenmaal toe in staat
zijn. Het zijn de snelheden die voelbaar zijn op je lichaam op een
manier die je niet voor mogelijk houdt als je de piekprestaties van
je Ford Fiësta gewend bent. G-krachten hebben een verwoestend
effect op het ongetrainde lichaam. De nekspieren zijn doorgaans de
eerste spieren die er de brui aan geven. Een hoofd weegt doorgaans
zo’n vijf kilo, vermenigvuldig dat keer 5 kom 5G te simuleren en je
komt uit op 25 kilo dat je voortdurend en op hoge snelheid het
hoofd moet kunnen bieden. Het gewicht van de helm hebben we dan nog
niet meegerekend. En toch heb je die snelheid van de auto nodig om
überhaupt rond te kunnen komen op een manier die enig respect
afdwingt van de omstanders die je ongetwijfeld mee hebt genomen
voor jouw moment of fame . Immers, alles valt of staat met de
juiste temperatuur. Om temperatuur in je banden te krijgen, zul je
toch met noemenswaardige snelheden de bochten moeten nemen. Om de
remmen op temperatuur te krijgen zul je toch flink en langdurig in
de ankers moeten gaan. En met name dat is iets dat coureurs
jarenlang getraind hebben. Om werkelijk hard te gaan met een
Formule 1-auto moet je over je eigen grenzen heengaan om die
grenzen uiteindelijk te verleggen. Elke reflex in je lichaam
schreeuwt om bezinning de eerste keren dat je een in een serieuze
raceauto stapt. Op dat moment kikt het survival instinct in waar
iedereen over beschikt. Zelfbehoud maakt dat je niet als een
waanzinnige het gaspedaal intrapt en aan het stuur trekt. Dat
proces kost tijd.  Alles in anders Overigens is snelheid van
secundair belang. Het van de plaats krijgen van een F1-auto is al
moeilijk genoeg. Zoek wat je wilt naar het koppelingspedaal in de
Red Bull, Ferrari of Mercedes, maar je gaat dat niet vinden.
Ontkoppelen doe je met een flipper aan het stuur. Die druk je in en
dien je precies op het juiste moment, bij het juiste toerental en
met de juiste handelingssnelheid weer los te laten. Hadden we al
gezegd dat een F1-instrument een precisie-instrument is? Alles in
een F1-auto voelt anders dan in een gewone auto. Hetgeen waar zelfs
ervaren autocoureurs zonder relevante F1-ervaring altijd van onder
de indruk zijn, zijn de remmen. Sterker nog, de leek is al onder de
indruk van niet remmen. Want ook als je het gaspedaal in een
F1-auto loslaat, remt de auto al veel krachtiger en met meer geweld
af dan de ‘bolides’ die de A2 op welke weg dan ook in Nederland
sieren.  En één en ander is maar goed ook. Als F1-werkelijk zo
simpel zou zijn als menig leek doet vermoeden, zouden we niet elk
weekend massaal afstemmen op de koningsklasse van de autosport. We
willen anderen dingen zien doen die wij niet kunnen, die we met
name zelf niet kunnen. Een Formule 1-auto is puur, een F1-auto is
geweld, een F1-auto is niet voor niets een machine die vele
miljoenen waard is. Ja, het heeft vier wielen, pedalen en een
stuur, maar daarmee houdt elke vergelijking met de gemiddelde
personenauto wel op.  En ja, jij vindt ongetwijfeld dat je lekker
sportief optrekt en dat je de lokale afrit van de snelweg perfect
volgens de ideale lijn weet te namen, maar neem van ons aan, dat
maakt je nog geen coureur, laat staan een Formule 1-coureur.

Top Headlines

Oudere Top Headlines