Verstappen stipt pijnpunt van Red Bull aan: "Dan heb je geen schijn van kans"

Bij het ingaan van het raceweekend in Imola, staat Max Verstappen
derde in het kampioenschap. Dat is het laagste wat hij heeft
gestaan sinds de beginfase van 2022, en het laagste wat hij staat
na zes races sinds 2019. Met zijn team Red Bull gaat het al niet
veel beter: de Oostenrijkse renstal staat eveneens derde en ziet in
de spiegels Ferrari op maar elf punten achterstand, terwijl
Mercedes en vooral McLaren gestaag uitlopen.  In een interview met
De Telegraaf wordt Verstappen dan ook gevraagd of hij verwacht dat
het seizoen nog kan verbeteren en het gat naar McLaren nog gedicht
kan worden. "Dat is een heel lastige vraag. Als je naar de laatste
race in Miami kijkt, ben je geneigd te zeggen van niet. Daar was
het gat bizar groot. Natuurlijk weet ik ook dat het niet op elk
circuit zó enorm zal zijn, maar op bepaalde circuits kan dat wel
gebeuren." "Het is aan ons om zo snel mogelijk met oplossingen te
komen", vervolgt Verstappen. "En dan heb ik het niet over één of
twee upgrades op de auto. Over één ronde, in de kwalificatie, is
het nog wel enigszins te doen. Maar in de race zie je gewoon dat
onze banden veel meer en sneller oververhitten. Dan is McLaren veel
en veel te snel. Op een opdrogende baan op de intermediates, maar
ook gewoon op de droogweerbanden." "Soms zit het er niet in" In de
eerste zes races pakte Verstappen één overwinning, drie
polepositions en drie podiums. Lang niet slecht natuurlijk, maar
heel wat anders vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, toen
Verstappen vier overwinningen en vijf podiums had en elke race
vanaf poleposition was begonnen. Het doet enigszins denken aan de
periode van voor 2021, toen Verstappen blij mocht zijn met een
podium en zo nu en dan een overwinning. Verstappen zelf ziet dat
echter anders. "Het verschil met toen is dat we destijds puur
tekortkwamen wat de auto betreft. Of de motor. Maar nu heeft
McLaren het veel beter voor elkaar met de banden. Dat is wel
duidelijk. Hun auto is ook beter, maar dan heb je het misschien
over twee of drie tienden. En niet over een seconde, zoals in
Miami. Als je banden te heet worden in een race, heb je geen schijn
van kans." Toch lijkt de Nederlander zo nu en dan niet boos of
gefrustreerd, ook al eindigde hij in Miami zo'n veertig seconden
achter de McLarens en moest hij ook nog George Russell voor zich
dulden. "Dat komt ook door de situatie. Ook al had ik in de
slotfase nog 110 procent gegeven, dan had ik George nog niet
ingehaald. Op een gegeven moment moet je dat accepteren. Een vierde
plek is verre van ideaal. Maar als het er niet in zit, dan zit het
er niet in."