Waarom F1-coureurs de noodklok luiden over nieuwe regels

In de Formule 1 zijn stiekem alle ogen al gericht op de reglementen
van 2026. Er komen nieuwe auto's en motoren, maar de twijfels over
het spektakel zijn enorm. Sinds de aankondiging van de regels gaat
het eigenlijk alleen maar over de problemen. En die problemen
lijken ook ruim vijf maanden voor de eerste wintertest nog niet
volledig opgelost. Kort gezegd zal de Formule 1-fan wel even moeten
wennen aan de nieuwe foefjes van de auto's. Coureurs gaan rijden
met actieve aerodynamica, ook wel bekend als de X- en Z-mode.
Vleugels kunnen met een druk op de knop worden versteld om op het
rechte stuk meer snelheid te hebben en in de bochten juist meer
downforce te genereren. DRS verdwijnt ook en wordt vervangen door
de Manual Override Mode (MOM).  De grootste zorgen gaan echter over
de krachtbron. Het vermogen wordt fifty/fifty verdeeld tussen de
verbrandingsmotor en batterij, maar dat gaf al snel problemen. Op
circuits met lange rechte stukken en een hoge gemiddelde snelheid,
denk aan Monza of Jeddah, kregen de coureurs last van een afname in
vermogen. In de beginfase van de ontwikkeling leidde dat ertoe dat
coureurs zelfs moesten terugschakelen in de simulator, omdat de
batterij leeg was. Oplossing Die indianenverhalen zijn de afgelopen
tijd verstomd, maar het verlies aan vermogen lijkt niet te
verdwijnen. Vooral in België spraken de F1-coureurs zich uit over
de nieuwe regels na uitspraken van Alex Albon. De Brit testte de
auto van 2026 in de simulator en bleek niet echt onder de indruk.
"Ik klaag niet, maar het wordt anders. Het is lastig om mee te
rijden. Je brein wordt veel meer belast, mentaal wordt er meer van
de coureur gevraagd. Je moet anders leren rijden." Albon probeerde
vooral uit te leggen dat een coureur veel meer moet nadenken om een
optimale rondetijd te behalen. Waar je nu volle bak pusht in de
kwalificatie om een zo goed mogelijke startpositie te veroveren,
moet je volgend jaar bewust omgaan met het vermogen. Als je
bijvoorbeeld te veel van de batterij vraagt in het eerste deel van
de ronde, betaal je later de prijs. Management is de sleutel tot
succes. Lando Norris reageerde ook heel uitgesproken. "Ik wil
gewoon een auto waar je als coureur alleen maar mee hoeft te
rijden. DRS, dat soort dingen, ik hoef die onzin eigenlijk niet. Ik
wil gewoon opschakelen, terugschakelen, en dat is het. Dat betekent
overigens niet dat het racen (volgend jaar, red.) slechter wordt."
"Maar als je de Formule 1 als de top van snelheid ziet, denk ik dat
het niet veel beter wordt dan nu. En ik wil niet dat het te
kunstmatig wordt. Dat is geen autosport en niet wat ik leuk vind.
De auto's worden langzamer in de bochten en minder spectaculair. Ze
zijn gewoon langzamer, want aan het einde van de rechte stukken
verlies je snelheid. Het gaat minder cool en speciaal worden, maar
het is ook weer een nieuwe uitdaging. En daar moeten we naar
uitkijken. Dat maakt de Formule 1 ook leuk: een nieuwe start." FIA
Norris sluit positief af, maar de tendens is duidelijk: écht
enthousiast zijn de coureurs nog niet. Het leidde dan ook tot
kritiek op de FIA, iets waar technisch kopstuk Nikolas Tombazis
zich niet in kan vinden. "Ik verwacht dat we tussen nu en de start
van het seizoen volgend jaar nog een aantal voorzorgsmaatregelen
zullen nemen om de energiestroom te verbeteren en ervoor te zorgen
dat de auto's niet plotseling vertragen op de rechte stukken.
Daarom zijn veel van de opmerkingen over hoe de auto's zich
gedragen voorbarig. Het product is nog niet klaar." Klaar of niet,
over vijf maanden staan de auto's wel voor het eerst op het asfalt
tijdens een besloten test in Barcelona. En ondanks dat de
ontwikkelingen in de Formule 1 snel gaan en veel problemen zomaar
opgelost kunnen worden, klinkt vrijwel niemand tevreden. Er moet
dan ook nog een hoop gebeuren om ervoor te zorgen dat 2026 geen
jaar van problemen en kritiek wordt.

Top Headlines

Oudere Top Headlines