McLaren baart opzien met nieuwe, oude achtervleugel voor Zandvoort
Het ging om de achtervleugel voor hoge downforce, die eerder dit
seizoen enkel tijdens de tests in Bahrein was ingezet. Deze
geschiedenis betekende dat het onderdeel technisch gezien niet
nieuw was, waardoor het team de verplichting om het in het
officiële FIA-document op te nemen kon omzeilen. Relevanter zijn
echter de reden en de methode achter deze beslissing. Deze
specifieke vleugelvariant was in theorie al veel eerder in het
seizoen bedoeld voor circuits die een hoge aerodynamische belasting
vereisen, zoals Monaco. De noodzaak om hem te gebruiken deed zich
echter nooit voor, voornamelijk vanwege het prestatieniveau dat de
MCL39 al vanaf de start van het seizoen liet zien ten opzichte van
de concurrentie. Tijdens de simulaties ter voorbereiding op het
raceweekend voerden de technici van McLaren virtuele vergelijkingen
uit met de achtervleugels die eerder op circuits met hoge downforce
waren gebruikt. In een directe vergelijking bleek de uiteindelijk
gekozen vleugel niet eens de beste algehele prestaties te leveren
op Zandvoort. Een andere variant was sneller, maar de gekozen
specificatie genereerde de meeste downforce. De keuze was dus niet
gebaseerd op het garanderen van optimale prestaties, maar op het
feit dat de vleugel met de hoogste downforce de beste garanties
bood op een circuit dat bekendstaat om zijn onstabiele
weersomstandigheden. Meer neerwaartse druk zou de voorkeur hebben
in geval van regen en dus verminderde grip. De vergelijkingen in de
simulator in Woking toonden aan dat, hoewel deze vleugelkeuze niet
ideaal was voor de pure rondetijd, het prestatieverlies
uiteindelijk marginaal was. Dit gold des te meer wanneer rekening
werd gehouden met de potentiële snelheid van de tegenstanders. In
de praktijk oordeelden de engineers onder leiding van Rob Marshall
dat de voorsprong van de MCL39 op circuits met kenmerken zoals
Zandvoort groot genoeg was om dit verlies op te vangen. Simulaties
voor de kwalificatie wezen op een voordeel van ongeveer een halve
seconde. De realiteit bevestigde deze data, waardoor de strijd om
poleposition een interne aangelegenheid werd tussen Piastri en
Norris. En in het geval van regen tijdens de race, vreest het team
geen verrassingen.
seizoen enkel tijdens de tests in Bahrein was ingezet. Deze
geschiedenis betekende dat het onderdeel technisch gezien niet
nieuw was, waardoor het team de verplichting om het in het
officiële FIA-document op te nemen kon omzeilen. Relevanter zijn
echter de reden en de methode achter deze beslissing. Deze
specifieke vleugelvariant was in theorie al veel eerder in het
seizoen bedoeld voor circuits die een hoge aerodynamische belasting
vereisen, zoals Monaco. De noodzaak om hem te gebruiken deed zich
echter nooit voor, voornamelijk vanwege het prestatieniveau dat de
MCL39 al vanaf de start van het seizoen liet zien ten opzichte van
de concurrentie. Tijdens de simulaties ter voorbereiding op het
raceweekend voerden de technici van McLaren virtuele vergelijkingen
uit met de achtervleugels die eerder op circuits met hoge downforce
waren gebruikt. In een directe vergelijking bleek de uiteindelijk
gekozen vleugel niet eens de beste algehele prestaties te leveren
op Zandvoort. Een andere variant was sneller, maar de gekozen
specificatie genereerde de meeste downforce. De keuze was dus niet
gebaseerd op het garanderen van optimale prestaties, maar op het
feit dat de vleugel met de hoogste downforce de beste garanties
bood op een circuit dat bekendstaat om zijn onstabiele
weersomstandigheden. Meer neerwaartse druk zou de voorkeur hebben
in geval van regen en dus verminderde grip. De vergelijkingen in de
simulator in Woking toonden aan dat, hoewel deze vleugelkeuze niet
ideaal was voor de pure rondetijd, het prestatieverlies
uiteindelijk marginaal was. Dit gold des te meer wanneer rekening
werd gehouden met de potentiële snelheid van de tegenstanders. In
de praktijk oordeelden de engineers onder leiding van Rob Marshall
dat de voorsprong van de MCL39 op circuits met kenmerken zoals
Zandvoort groot genoeg was om dit verlies op te vangen. Simulaties
voor de kwalificatie wezen op een voordeel van ongeveer een halve
seconde. De realiteit bevestigde deze data, waardoor de strijd om
poleposition een interne aangelegenheid werd tussen Piastri en
Norris. En in het geval van regen tijdens de race, vreest het team
geen verrassingen.