GT-stappen Verstappen van dichtbij gadegeslagen: "Niet normaal, dat doet niemand"

"Max Verstappen heeft een keer in Boedapest gereden, dat was
volgens mij de eerste keer met een 911 Cup-auto. Toen zonder ABS,"
begint Wouter Boerekamps zijn verhaal in een exclusief interview
met RacingNews365 .  Boerekamps maakt vandaag de dag furore in de
Porsche Supercup - recent won hij zijn eerste race op Monza -, maar
in 2020 was als rijderscoach namens GP Elite aanwezig bij die
bewuste track day. Wat er gebeurde bij die eerste uitstap was
typerend. "Hij gaat de baan op en hij komt op nieuwe banden aan bij
bocht 1. Hij remt en gewoon alle vier wielen staan vast. Helemaal
vlak," vertelt Boerekamps. De oorzaak was snel duidelijk.
Verstappen was gewend aan andere omstandigheden. "Hij is gewend om
140 kilo te trappen met een Formule 1-auto. Hij trapte dus veel te
hard op het pedaal." Maar wat er daarna gebeurde, maakt volgens
Boerekamps het verschil. "Onze engineer was het aanspreekpunt. Toen
kwam Max binnen en vroeg hij 'hoe hard moet je eigenlijk trappen?'
De engineer gaf aan 60 of 65 bar. Waarop Verstappen vroeg of het nu
60 of 65 moest zijn." De respons van Verstappen was kenmerkend voor
het precisie-instrument dat Verstappen is. "De engineer zei
uiteindelijk 65. Vervolgens zet je nieuwe banden onder de auto,
rijdt hij naar buiten en trapt hij meteen 64,8 of 64,9 bar, waarbij
de hele remtrace gewoon recht is. Dat is niet normaal, dat doet
niemand. Behalve hij." Boerekamps zag een sowieso unieke aanpak van
Verstappen. "En hij doet ook nagenoeg niks met zijn stuur. Hij
stuurt in en vervolgens stuurt hij die auto met zijn pedalen. Hij
doet alles met zijn pedalen." Verstappen in de Porsche Supercup?
Voor Boerekamps is duidelijk dat Verstappen's talent geen grenzen
kent. "Ik geloof er heilig in dat als Max volgend jaar besluit om
een keer een weekend én Supercup én Formule 1 tegelijk te rijden,
hij gewoon allebei die races wint." Zijn overtuiging gaat nog
verder: "Zet hem in een auto en geef hem drie kwartier de tijd om
op dat circuit de vrije training te doen. Dan is hij in die sessie
misschien nog niet meteen de snelste, maar in de kwalificatie staat
hij op pole en hij wint hem. Zoveel beter is hij dan wie dan ook."
"Hij is de allerbeste", vervolgt Boerekamps vol overtuiging. Voor
hem ligt de kracht in één specifieke eigenschap: "Het
allerbelangrijkste wat een coureur moet hebben is
aanpassingsvermogen."  "Dat is het allerbelangrijkste. Dat zeg ik
bij het coachen ook. Dat leren de jongens die ik coach. Want als
jij je sneller aanpast aan je omstandigheden dan iemand anders, dan
ben jij sneller. Heel simpel."