Hoe Verstappen de cruciale pole in Abu Dhabi veroverde met een getransformeerde Red Bull

Max Verstappen was in staat om poleposition te pakken voor de Grand
Prix van Abu Dhabi, maar een groot deel van de verdienste is ook
toe te schrijven aan de technici van het team. Dat mag niet
onderbelicht blijven. De engineers van het team uit Milton Keynes
hebben het gedrag van de RB21 na de tweede vrije training op
vrijdag feitelijk volledig omgegooid. Daardoor wist de auto een
opmerkelijke competitiviteit terug te vinden, iets wat allesbehalve
vanzelfsprekend was. Op vrijdag reed de auto met een afstelling die
weinig downforce opleverde. Verstappen klaagde daarbij vooral over
een groot gebrek aan tractie. De oplossing kon op papier heel
simpel lijken, maar dat bleek in werkelijkheid schijn te zijn.  Het
sterk verhogen van de downforce, met de bedoeling meer tractie te
creëren bij het uitaccelereren uit bochten (met name in de derde
sector), zou de auto automatisch langzamer maken op de twee lange
rechte stukken. Het vinden van het juiste compromis bleek dan ook
een complexere taak dan je zou denken. Het is daarbij belangrijk om
ook te benadrukken dat Verstappen na de derde training, toen hij
het juiste gevoel aan de achterkant van de auto weer had
teruggevonden, nog altijd last had van lichte onderstuur. Dat was
een onbedoeld neveneffect. Toch koos hij ervoor om richting de
kwalificatie geen extra downforce aan de voorzijde toe te voegen,
juist omdat hij qua rijgevoel voelde dat de auto snel was op de
rechte stukken en hij de efficiëntie van de RB21 niet wilde
ondermijnen. De juiste mix Uiteindelijk vond Red Bull de juiste mix
niet alleen door een andere afstelling van de achtervleugel, met
een hogere invalshoek en daardoor een grotere flapsectie, maar ook
door een aanpassing in de mechanische afstelling. In de praktijk
werd de verdeling van de downforce volledig herzien, waarbij werd
vastgesteld dat een lichte nadruk op de achterzijde een belangrijk
prestatievoordeel zou opleveren.  Het team uit Milton Keynes heeft
al vaker laten zien dat het in staat is om wonderbaarlijke
prestatiesprongen te maken tijdens raceweekenden. Die eigenschap,
zo moet worden gezegd, leek vooral te zijn ontwikkeld gedurende de
twintig jaar dat Adrian Newey deel uitmaakte van het team.  Het is
duidelijk dat 'the genius' een nalatenschap heeft achtergelaten bij
technisch directeur Pierre Waché en zijn collega's aan de pitmuur,
zoals hoofdengineer Paul Monaghan en Gianpiero Lambiase, de
race-engineer van Verstappen. De manier van werken is na het
vertrek van Newey vorig jaar geenszins losgelaten.  Kortom, hoe
paradoxaal het ook mag klinken: de invloed van Newey is nog altijd
voelbaar in Milton Keynes.