Villeneuve ontkent veelgehoorde claim over Verstappen: "Heel weinig coureurs kunnen dat"

Het tweede stoeltje blijft toch een hoofdpijndossier voor Red Bull
Racing. Max Verstappen is de afgelopen jaren al zijn teamgenoten de
baas, en de onderlinge verschillen zijn niet klein. Sergio Pérez
kwam nog het meeste in de buurt, waarna Liam Lawson en Yuki Tsunoda
in 2025 de harde wetten van het Red Bull-zitje leerden kennen. Zij
maakten geen schijn van kans tegen Verstappen. Vaak komt voorbij
dat de auto rond Verstappen is gebouwd en hij zo een voordeeltje
heeft op zijn teamgenoten. Voormalig F1-wereldkampioen Jacques
Villeneuve ontkent dat met klem en ziet juist een andere trend.
"Iedereen zegt altijd dat de auto voor Max is gemaakt. 'Arme, arme
tweede coureur'", stelt Villeneuve in de High Perfomance-podcast .
"Eigenlijk is dat niet zo. Max werkt eraan en maakt de auto steeds
beter en beter. Als je niet in staat bent om ermee te rijden of om
gedurende het seizoen te begrijpen wat het probleem is, ga je
steeds langzamer en langzamer." Villeneuve draait het dus om. "Niet
omdat je daadwerkelijk trager bent, maar omdat Max steeds sneller
wordt. Dat komt doordat je niet in staat bent om echt te begrijpen
wat er met de auto aan de hand is. Vanzelfsprekend werken ze met
Max samen en wordt de auto voor jou uiteindelijk onbestuurbaar." De
auto aanvoelen Villeneuve haalt een recent, maar belangrijk
voorbeeld aan. "Dat hebben we bij Pérez gezien. Elk jaar begonnen
ze het seizoen op gelijk niveau, en dat was het dan. Pérez werd
niet langzamer. Max werd steeds sneller en sneller en sneller." De
reden? "Heel simpel. Omdat hij daadwerkelijk kon begrijpen wat er
met de auto aan de hand was. Soms heb je onderstuur omdat de
voorkant te zacht is, andere keren omdat die te stijf is. En soms
hangt het weer af van wat er precies gebeurt." "En daar bovenop
komt nog het aerodynamische pakket. Hoe dichter je bij de grond
zit, hoe meer grip je hebt. Daarvoor heb je dus een heel stijve
auto nodig. Maar een stijve auto glijdt mechanisch. Je moet dus
uitzoeken wat je moet doen om in die perfecte zone te komen waarin
je de auto rijdt, waarin de auto een verlengstuk van je lichaam
wordt en je er niet meer over hoeft na te denken. Dat kunnen maar
heel weinig coureurs", sluit Villeneuve af.