De dag dat Ricciardo woedend was op het blunderende Red Bull-team

Daniel Ricciardo voelt zich helemaal thuis in de straten van Monaco. Niet alleen is het zijn tweede thuis, ook voelt hij zich in een racewagen zeer comfortabel op het stratencircuit dat elk voorjaar wordt opgebouwd. Toen hij in 2010 voor het eerst voor een race neerstreek in het prinsdom, won de Australiër meteen. In de Formule Renault 3.5 greep hij de pole en de overwinning. In de podcast In The Fastlane blikt hij terug op zijn Monegaskische avonturen, en herinnert hij zich die eerste kennismaking met het circuit nog heel goed. "Ik had in mijn juniorcarrière nog maar op één stratencircuit gereden: in Macau. Iedereen praat altijd over dat soort circuits. Als je wat te langzaam bent tijdens de eerste training, dan moet je niet panikeren." "Mijn teambaas destijds zei het ook: 'Als je vier seconden langzamer bent dan de snelste tijdens de eerste oefensessie, dan is het goed.' Uiteindelijk zat ik er acht tienden van een seconde achter", glundert Ricciardo. "Dat motiveerde me alleen maar om de koning van het circuit te worden. Het klikt gewoon tussen mij en stratencircuits." Twee jaar later mocht hij voor het eerst in een Formule 1-bolide het circuit verkennen. "Het was daardoor eigenlijk een heel nieuw circuit, je moet alles weer opnieuw kalibreren, zoals je rempunten. Het was wel wat enger, maar wel heel leuk. De eerste training reed ik met mijn ogen open en tijdens de tweede oefensessie dacht ik: 'ja, we komen er wel'. In zijn eerste twee volledige seizoenen als Formule 1-coureur bij Toro Rosso viel Ricciardo door problemen met zijn wagen twee keer uit, maar in 2014 mocht hij het gaan proberen namens Red Bull. Meteen werd duidelijk dat hij zich op stratencircuits gewoon thuis voelt. Een derde plaats in 2014 werd opgevolgd door een vijfde in 2015. In 2016 kon hij vervolgens opgaan voor de overwinning. Het dominante Mercedes was namelijk op stratencircuits minder snel dan op de andere normale circuits. Daar kon Daniel Ricciardo van profiteren. In 2016 domineerde hij in Monaco en vertrok hij de race van pole. Op de opdrogende baan dook hij naar binnen voor een setje droogweerbanden, maar toen bleek dat deze nog niet voor hem klaar stonden. Het gevolg: hij verloor de leiding aan Lewis Hamilton en werd tweede. Woedend stond hij op het podium en dagenlang was hij niet te pruimen. Met pijn in het hart blikt hij nog eens terug. "Ik voelde me echt vies na de race, zo kan ik het het beste omschrijven denk ik. In Barcelona (de race daarvoor, red.) ging ik aan de leiding en werd ik naar binnengehaald. Verstappen mocht buiten blijven en ik werd uiteindelijk vierde, terwijl Max won", zo herinnert hij zich. "Ik kwam daardoor al naar Monaco met wat woede in me. Ik deed toen alles goed. Elke sessie werd ik eerste en ik veroverde de pole. Toen regende het op zondagochtend toen ik wakker werd. Ik dacht: 'kan het nou eens niet een normale race zijn...'. Regen brengt altijd gevaar met zich mee, maar in F1 zijn er vele variabelen. Om er dan op een circuit als in Monaco nog eens regen bij te krijgen..." "Maar ik ging er heel goed mee om tijdens de race", vervolgt de McLaren-coureur. "Toen kwam echter die pitstop en verloren we de race. Ik kan me dat laatste deel van de wedstrijd nog heel goed herinneren. Ik wist dat ik Lewis niet voorbij zou komen, tenzij hij een hele grote fout zou maken. Ik wist dus dat de overwinning verdwenen was. Ik wilde er niet meer zijn, ik wilde dat de race voorbij was. Het voelde alsof ik alles had gedaan, zelfs de regen wist ik mee om te gaan." "Twee weken op rij ging het dus fout, en dan ook nog eens in Monaco. We waren toen geen Mercedes, we hadden geen dominante auto. Alleen zo af en toe was er een circuit waarop we konden winnen. Ik was ervan overtuigd dat ik nooit meer een kans zou krijgen om die race te winnen", zucht de Australiër, die twee jaar later sportieve revanche nam. Terwijl teamgenoot Max Verstappen vanwege een fout in de training niet mee kon doen aan de kwalificatie, startte Daniel Ricciardo de Grand Prix van Monaco in 2018 vanaf poleposition. Vastberaden om nu wel de race te winnen vertrok hij vanaf de eerste startplek. Opnieuw leek het noodlot toe te slaan, toen hij al in het eerste deel van de race motorproblemen kreeg. Hij wist ze te managen en de ontketende Mercedes-coureurs achter zich te houden en zo won hij alsnog de GP van Monaco. "Ik was zo opgelucht", glundert Ricciardo. "Ik was zo blij dat het klaar was. De race was heel stressvol, de hele dag eigenlijk. Toen ik het motorprobleem kreeg was het de 28e ronde en moest ik er nog vijftig rijden. Op dat moment dacht ik dat het lot niet wilde dat ik de race zou winnen, voor welke reden dan ook." "Misschien hoorde het niet zo te zijn. Allemaal nare gedachten kwamen in me op, zelfs dingen waar ik eigenlijk niet in geloofde. Om uiteindelijk toch te winnen was een enorme opluchting. Toen we terugkwamen bij het Red Bull energystation, met het zwembad, toen barstte het feest echt los. Voor die paar minuten voelde ik me echt een rockster." Dit jaar lijkt Ricciardo kansloos voor de overwinning in zijn McLaren. Ricciardo vreest dat ook. "Maar alles is mogelijk in Monaco. Monaco is en blijft Monaco."

Top Headlines