Formule 1-begrippen uitgelegd: graining
Met graining wordt bedoeld dat de bovenste laag rubber van de band in bochten als het ware ‘afbladdert’. Dat gebeurt vooral bij banden die hun ideale bedrijfstemperatuur nog niet hebben bereikt. Het verschijnsel komt vooral voor bij de voorbanden, omdat het voor een coureur relatief eenvoudig is om de achterbanden voldoende op te warmen. Wanneer een coureur zijn banden onvoldoende heeft opgewarmd, maar al wel enthousiast op het gas gaat, slaat aan het glibberen en glijden in de bochten. Hierdoor worden kleine ’grains’ (korrels) door het asfalt uit het loopvlak gehapt. Die worden vervolgens weer elders op het loopvlak van de band opgepikt. De korrels blijven dus aan de band kleven en daardoor is het rubberoppervlak dat contact maakt met het asfalt kleiner, wat resulteert in minder grip.Een setje banden is na graining overigens niet per definitie afgeschreven. De korrels slijten na verloop van tijd weer en zodra de band de juiste temperatuur heeft bereikt, treedt het verschijnsel in principe niet meer op. Een coureur die last heeft van graining zou in principe een paar ronden later de snelste raceronde kunnen rijden, en dat op dezelfde set rubber. Daarvoor is het echter wel van belang dat de auto voldoende downforce genereert.